Domus Medica en SSMG ontwikkelen gemeenschappelijke methodologie voor aanbevelingen

De wetenschappelijke verenigingen voor huisartsen in Vlaanderen en Wallonië (respectievelijk Domus Medica en SSMG) ontwikkelen reeds meer dan tien jaar aanbevelingen voor goede medische praktijkvoering, voor en door huisartsen, gefinancierd door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. Sinds september 2007 gebruiken Domus Medica en SSMG een gemeenschappelijk stramien, bekrachtigd door het Belgische Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM), voor een vlottere samenwerking en een betere wetenschappelijke uitwerking van de aanbevelingen. Ook zal een centraal Belgisch meldpunt voor alle intenties tot nieuwe aanbevelingen gecreëerd worden.
Al in 2000 werd het beide verenigingen duidelijk dat een gemeenschappelijk stramien voor de ontwikkeling van aanbevelingen wenselijk zou zijn. Er werd een summier document opgesteld dat voornamelijk betrekking had op inhoud. De versterking van de expertise van domus medica en SSMG, het GIN-lidmaatschap (Guidelines International Network) en de internationale beweging op het terrein deden gaandeweg het besef groeien dat de aanbevelingen verder uitgewerkt dienden te worden. Daarnaast werd ook beslist om de validatie van de aanbevelingen, die aanvankelijk binnen de eigen organisaties gebeurde, te centraliseren bij CEBAM.



Vorig jaar werd in het kader van het contract met de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL) beslist om een gemeenschappelijk en vrij strikt stramien te ontwikkelen vanuit beide verenigingen.

Op 5 september 2007 bereikten domus medica, SSMG en CEBAM een consensus over de opgestelde procedure. De documenten beschrijven in detail de inhoudelijke en methodologische vereisten voor de ontwikkeling van een aanbeveling. Die vereisten stemmen overeen met wat internationaal vooropgesteld wordt, onder meer door grote richtlijnontwikkelaars als NICE (National Institute for Clinical Excellence) en SIGN (Scottish Intercollegiate Guidelines Network), en dat binnen GIN. Een gemeenschappelijk stramien laat zeker toe aanbevelingen uit het ene landsgedeelte beter en sneller te vertalen naar het andere landsgedeelte, en biedt een basis om buitenlandse aanbevelingen te adapteren voor huisartsen in België. Het gemeenschappelijke stramien zal op de websites van beide verenigingen worden geplaatst, waar het ook kan gebruikt worden door iedereen die richtlijnen wil ontwikkelen, zowel in België als daarbuiten. Zo zullen de verpleegkundige richtlijnen ontwikkeld voor de thuiszorg door het CIPIQ-s in opdracht van de FOD VVVL (Collaboration internationale de praticiens et intervenants en qualité santé) in grote mate het stramien volgen.



Ten slotte werd ook overeengekomen om een centraal meldpunt te creëren waar alle intenties tot nieuwe aanbevelingen gemeld kunnen worden, en waar de gebruiker kan nagaan over welke onderwerpen er in België reeds aanbevelingen bestaan of worden ontwikkeld.
20 nov 2007 12u27
zie ook rubriek