Internet als psychiater

In het buitenland worden mensen met psychische problemen geholpen door computerprogramma's. In België bestaat het voorlopig niet.
Cognitieve gedragstherapie, een vorm van psychotherapie, stelt dat wat we denken en geloven een effect heeft op emoties en gedragingen. Wie gelooft dat een spin gevaarlijk is, kan in paniek raken wanneer hij er een ziet. Door zulke foute denkpatronen te behandelen, raken ontspoorde emoties en gedragingen onder controle. Gewoonlijk krijgen patiënten cognitieve gedragstherapie van een therapeut. De internettherapie werkt via het principe van zelfhulp, net als zelfhulpboeken en -video's, maar geniet opmerkelijk meer waardering en effect.

Hoe gaat het concreet? Je gaat zitten voor de computer en krijgt filmpjes te zien. Een stem geeft commentaar en stelt vragen. Je tikt de antwoorden in. Er volgen nieuwe filmpjes en vragen. Zo gaat het de hele behandeling door. Het lijkt alsof je communiceert met een mens, maar eigenlijk werk je dus een interactief computerprogramma af. Dat moet je helpen met de depressie, de fobie of het andere mentale ongemak waarmee je worstelt.

Dat deze nieuwe vorm van cognitieve gedragstherapie aanslaat, blijkt niet alleen uit de reacties van gebruikers en wetenschappers. Het Britse instituut Nice (National Institute for Health and Clinical Excellence) beveelt twee internetprogramma's aan: Beating the blues tegen depressie, en Fearfighter tegen paniekstoornissen. In Nederland biedt Interapy behandelingen aan tegen stress, rouwverwerking, burn-out, depressie, paniek, boulimie en seksuele trauma's bij jongeren. De ziekteverzekering vergoedt de behandeling in beide landen.

Volgens Alfred Lange, psychiater aan de Universiteit van Amsterdam die de Nederlandse internetbehandelingen hielp ontwikkelen, bevat de therapie veel elementen die de gebruikers greep geven op hun probleem. Daardoor krijgen ze een gevoel van competentie en vertrouwen in een oplossing. Wie twijfelt aan de veiligheid van de programma's, kan gerust zijn. Ze werken op dezelfde manier als klassieke therapieën met een therapeut. Na elke sessie stelt de software bovendien automatisch een rapport op, zodat de arts de evolutie van de patiënt kan volgen. Je hebt ook niet zomaar toegang tot de programma's. Je krijgt een sleutel (login) via een arts of een medewerker van een lokaal behandelingscentrum, die je nadien volgt.

In ons land lopen er nog geen internetprogramma's. Volgens professor Guido Pieters, psychiater en hoofd van de afdeling Gedragstherapie van het universitair psychiatrisch centrum van de K.U.Leuven in Kortenberg, is er wel belangstelling voor. "Het is geen oplossing voor iedereen, maar wellicht wel voor mensen die liever niet met een therapeut werken. Misschien bereiken we zo ook groepen waarmee we nu weinig contact hebben. jongeren bijvoorbeeld."
28 nov 2007 09u18
Bron: BodyTalk
zie ook rubriek