Huisdokter niet schuldig aan schending beroepsgeheim

Een huisdokteres die het OCMW van Aalst op de hoogte bracht van de mensonterende situatie waarin een patiënte leefde, stond voor de rechtbank op betichting van schending van het beroepsgeheim. De rechtbank volgde die stelling niet.
De arts met wachtdienst was door een zieke vrouw uit Aalst opgeroepen. De dokteres stelde toen vast dat de patiënte totaal verwaarloosd was en op een afvalberg leefde.

Om die situatie te verhelpen, lichtte ze een maatschappelijk assistent van de stad Aalst in. Hij vroeg de arts een attest om meteen te kunnen ingrijpen. De patiënte, die intussen aan het scheiden was van haar man die bij de stad Aalst werkte, zag daarin een manoeuvre om de echtscheidingsprocedure in zijn voordeel te doen uitspreken.

De vrouw diende een klacht in tegen de huisdokteres wegens schending van het beroepsgeheim. De maatschappelijke assistent van de stad Aalst werd voor de rechtbank gedaagd.

Rechter Rita Schelkens kwam tot het besluit dat de huisdokteres zich niet schuldig maakte aan het schenden van het beroepsgeheim. Als ze al een misdrijf pleegde, diende de arts daarmee een hoger doel en dat is niet strafbaar.

De maatschappelijke assistent van de stad Aalst werd vrijgesproken omdat volgens rechter Schelkens uit het strafdossier niet bleek dat hij moreel de intentie had de noodlijdende vrouw nadeel te berokkenen bij haar echtscheidingsprocedure.
19 dec 2007 09u58
zie ook rubriek