In de dertien ziekenhuizen waar in het kader van het CHIPS-project voor perioperatieve antimicrobiële profylaxe is geëxperimenteerd met het antibioticagebruik, zijn de kosten hiervoor gedaald. Dat blijkt uit het onderzoek dat promovendus internist-infectioloog Yvonne van Kasteren vandaag voor de Radboud Universiteit in Nijmegen verdedigt.
In de deelnemende ziekenhuizen werd gewerkt volgens een richtlijn van de Stichting Werkgroep antibioticabeleid (SWAB), die adviseert een eenmalige dosis van cefazolin toe te dienen binnen dertig minuten voor de incisie.
Na het invoeren van de richtlijn werden 2050 ingrepen geregistreerd. Het gebruik van antibiotica daalde daarna van 121 naar 79 defined daily doses (DDD) per honderd ingrepen en de kosten namen af met 25 procent per ingreep. Ook werd vaker het juiste antibioticum gekozen (in 35 procent van de gevallen, tegen 94 procent voor invoering van de richtlijn) en verminderde het te lang voortzetten van de profylaxe na de ingreep van 47 naar 38 procent. Bovendien werd de eerste dosis vaker op een correct tijdstip gegeven (61 procent na invoering tegen 48 procent daarvoor).
Van Kasteren vond echter ook dat het aantal wondinfecties ongeveer gelijk bleef.
Na het invoeren van de richtlijn werden 2050 ingrepen geregistreerd. Het gebruik van antibiotica daalde daarna van 121 naar 79 defined daily doses (DDD) per honderd ingrepen en de kosten namen af met 25 procent per ingreep. Ook werd vaker het juiste antibioticum gekozen (in 35 procent van de gevallen, tegen 94 procent voor invoering van de richtlijn) en verminderde het te lang voortzetten van de profylaxe na de ingreep van 47 naar 38 procent. Bovendien werd de eerste dosis vaker op een correct tijdstip gegeven (61 procent na invoering tegen 48 procent daarvoor).
Van Kasteren vond echter ook dat het aantal wondinfecties ongeveer gelijk bleef.
