Op weg naar een alternatief voor EPO: Gas6 biedt redding waar EPO als huidig geneesmiddel faalt

Veel patiënten met een chronische ziekte of kanker, hebben te kampen met bloedarmoede. De zware vermoeidheid die met bloedarmoede gepaard gaat, hindert de patiënt aanzienlijk in zijn dagelijkse activiteiten. Aan een groot deel van deze patiënten wordt het hormoon EPO toegediend, waardoor de bloedarmoede vermindert. Helaas is een behandeling met EPO niet altijd efficient en beantwoorden niet alle patiënten aan deze therapie. VIB-wetenschappers verbonden aan de K.U.Leuven onderzochten de rol van het eiwit Gas6. Deze stof blijkt alvast succesvol bij de behandeling van muizen met bloedarmoede, zonder de neveneffecten te veroorzaken die het gebruik van EPO met zich meebrengt. Bovendien draagt Gas6 bij tot een versterking van het effect van EPO. Mogelijk vormt Gas6 de basis voor een nieuwe behandeling van bloedarmoede en biedt het redding bij patiënten waar EPO als geneesmiddel faalt.
Wat is bloedarmoede' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>bloedarmoede?
bloedarmoede wil zeggen dat er te weinig rode bloedcellen in het bloed zitten of dat de rode bloedcellen te weinig hemoglobine bevatten. Hemoglobine bindt zuurstof uit de longen en vervoert het doorheen ons lichaam. als er in het lichaam te weinig rode bloedcellen zijn, of als er in de rode bloedcellen te weinig hemoglobine is, dan kan er niet genoeg zuurstof worden vervoerd. Zuurstof is essentieel voor de energieproductie van ons lichaam. Een tekort aan zuurstof in onze weefsels kan ertoe leiden dat mensen zich vaak moe en zwak voelen, en ernstige cardiovasulaire, neurologische en musculoskeletale abnormalitieten ontwikkelen.

EPO of erythropoëtine als geneesmiddel
EPO of erythropoëtine is een stof die voornamelijk in de nieren wordt aangemaakt en die de vorming van rode bloedcellen stimuleert. Soms maken de nieren echter onvoldoende EPO aan en ontstaat er bloedarmoede. Een dergelijk tekort aan EPO komt vaak voor bij patiënten met een chronische aandoening, zoals nier-insufficiëntie en rheumatoide arthrisis, en bij kankerpatiënten. Bloedarmoede bij kanker kan zowel het gevolg zijn van de ziekte zelf als ook van van de chemotherapie.
Wanneer patiënten met chronisch nierlijden of kanker bloedarmoede ontwikkelen, wordt het menselijke EPO-eiwit aangemaakt in zoogdiercellen en toegediend als geneesmiddel. In deze patiënten stimuleert EPO de vorming van rode bloedcellen en vermindert hierdoor de bloedarmoede. Bij een aanzienlijk aantal patiënten faalt het gebruik van EPO echter als geneesmiddel; bij sommige patiënten bieden zelfs hoge dosissen EPO geen baat.

GAS6 als alternatief en veiliger geneesmiddel?
VIB-onderzoeker Diether Lambrechts en collega’s onderzochten - onder leiding van Ed Conway en Peter Carmeliet en in samenwerking met buitenlandse experts - de rol van het eiwit Gas6 bij muizen. Terwijl EPO gedurende ons hele leven een prominente rol speelt bij de aanmaak van rode bloedcellen, is Gas6 enkel betrokken bij de aanmaak van rode bloedcellen bij volwassenen.
Wanneer muizen met bloedarmoede behandeld worden met Gas6, bereiken de rode bloedcellen na verloop van tijd opnieuw hun normale waarden in het bloed. In tegenstelling tot EPO resulteert het gebruik van Gas6 niet in een buitensporige productie van rode bloedcellen die het risico op trombose verhoogt. Bovendien versterkt Gas6 het effect van EPO: immers, wanneer Gas6 toegediend wordt aan muizen die onvoldoende EPO aanmaakten, werkt het even goed als EPO en resulteert een gecombineerde behandeling van Gas6 en EPO in een nog groter therapeutisch effect.
De gunstige evaluatie van Gas6 bij muizen met bloedarmoede, doet daarom de hoop rijzen op een efficiënter en veiliger geneesmiddel voor chronisch zieke patiënten die tengevolge van hun ziekte of behandeling te kampen krijgen met bloedarmoede.

Relevante wetenschappelijke publicaties
Het onderzoek verschijnt in het toonaangevende tijdschrift The Journal of Clinical Investigation (Angelillo-Scherrer et al. , Role of Gas6 in erythropoiesus and anemia in mice)

Andere interessante publicaties die voorafgingen aan dit onderzoek:
Angelillo-Scherrer A, et al.
Role of Gas6 receptors in platelet signaling during thrombus stabilization and implications for antithrombotic therapy.
J Clin Invest. 115, 237-246, 2005.

Angelillo-Scherrer A, et al.
Deficiency or inhibition of Gas6 causes platelet dysfunction and protects mice against thrombosis.
Nat Med. 7, 215-221, 2001


Voor uw vragen kan u steeds terecht bij het VIB: patienteninfo@vib.be
04 feb 2008 09u49
zie ook rubriek