Belgen koplopers in ambulante zorg

In 2005 bezocht de gemiddelde Belg 7,5 maal een dokter om ambulante zorg (dus zorg buiten het ziekenhuis) te krijgen. Ons land is daarmee een koploper binnen de Europese Unie. Enkel de ex-communistische landen Tsjechië, Slovakije en Hongarije kennen meer consultaties per persoon. Dit blijkt uit een onderzoek van de Europese Commissie naar de relatie tussen armoede en medische zorg. Een bericht in het medische weekblad de Huisarts.
Het fenomeen is gekend: hoe armer iemand is, hoe korter zijn levensduur, hoe meer ziek hij is, hoe slechter hij zich voelt. De verklaring ligt ondermeer bij de leefomgeving, bij de materiële mogelijkheden, bij de blootstelling aan negatieve invloeden, bij de levensstijl.

De verklaring ligt ook bij de mindere toegang tot medische zorg. De Commissie onderzocht hoeveel mensen het afgelopen jaar minstens één maal zichzelf medische zorg ontzegden. Het gaat om medische zorg die ze volgens zichzelf nodig hadden. De reden om dan toch niet naar een dokter te stappen, is ofwel gebrek aan geld, ofwel te lange wachtlijsten, ofwel gebrek aan transport (vooral dan omdat de afstand tot de dokter te groot is).

In het onderzoek van de Europese commissie werd de bevolking ingedeeld in vijf groepen, volgens de hoogte van het inkomen. In België ontzegde 2,4% van de armste groep zich medische zorg. Bij de rijkste groep is dat slechts 0,1%. Bij de drie inkomensgroepen daar tussenin gaat het cijfer van 0,8%, over 0,2%, tot eveneens 0,2%. Binnen de Europese Unie zijn dat meer dan behoorlijke cijfers. Enkel landen als Nederland, Denemarken, Luxemburg, Tsjechië en Slovenië doen beter, aldus het bericht in de huisarts.

In de meeste landen wordt de trend bevestigd dat arme mensen zich meer medische zorg ontzeggen dan rijke mensen. Enkel in Groot-Brittannië zijn de cijfers vrij gelijklopend, rond 2,3%. Dit heeft ongetwijfeld te maken met enerzijds het NHS-systeem en anderzijds de lange wachtlijsten.

Wat het aantal consultaties in ambulante zorg betreft, is Tsjechië koploper met 13,2 consultaties per persoon per jaar. Cyprus zit achteraan de lijst, met twee consultaties. In de meeste EU-lidstaten ligt het cijfer tussen drie en zes consultaties per persoon per jaar.

De Europese Commissie schreef het rapport ter voorbereiding van de zogenaamde Lentetop. Dat is de jaarlijkse vergadering van de Europese presidenten en premiers, waar die de Lissabon-strategie opvolgen. Die strategie wil van Europa de meest concurrrentiële kenniseconomie maken tegen het jaar 2010. De Lissabon-strategie omvat ook een stevig sociaal luik. De Commissie stelt echter vast dat die sociale vooruitgang zeer beperkt is. De arbeidsmarkt is steeds performanter, met steeds meer Europeanen aan het werk. Maar dat vertaalt zich (voorlopig?) niet in een relevante daling van de armoede (gedefinieerd als een inkomen van minder dan 60% van het gemiddelde inkomen in het betrokken land).

In België leeft 15% van de bevolking in bestaansonzekerheid. Het Europese gemiddelde ligt op 19%. De voornaamste verklaring voor de armoede in België is de lage werkgelegenheidsgraad. In gezinnen met werk is er weinig armoede. Maar in België leeft een op acht in een gezin waarin niemand een job heeft. De Europese cijfers maken nergens een onderscheid tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel, stelt de huisarts.
13 mrt 2008 10u05
zie ook rubriek