Orthodontie bij jongeren: soms een medische noodzaak, vaak om esthetische redenen

Vier op de tien Belgische jongeren draagt een tandbeugel. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en UZ Leuven (K.U.Leuven) stelden vast dat er daar niet altijd gegronde medische redenen voor zijn. De risico’s van orthodontie zijn wel beperkt. Gemiddeld kost een behandeling aan de jongere of zijn ouders 1000 euro, zijnde 50 % van de totaalkost. De andere helft wordt door de ziekteverzekering en de aanvullende verzekeringen gedragen. De ziekteverzekering maakt momenteel voor de terugbetaling geen onderscheid tussen lichte (esthetische), matige of ernstige afwijkingen. Het KCE pleit voor een terugbetaling afhankelijk van de ernst van de gebitsafwijking met een betere terugbetaling voor de ernstige afwijkingen.
Medische noodzaak
orthodontie is een aan belang winnende discipline binnen de tandzorg. Maar is een beugel medisch gezien altijd echt nodig? Wetenschappelijke studies wijzen voorlopig uit dat het niet behandelen van een onregelmatig gebit slechts zelden medische schadelijke gevolgen heeft. Wanneer is orthodontie wel medisch aangewezen? Vooreerst zijn er de aangeboren aandoeningen zoals vb. lip- of gehemeltespleten, of aangeboren afwezigheid van meerdere tanden. Verder is orthodontie aangeraden bij ernstige afwijkingen zoals boventanden die erg naar voor staan, omdat ze bij een val meer risico op kwetsuur lopen, of bij een extreme overbeet waarbij het gehemelte of tandvlees beschadigd wordt. Ook tanden die in de kaak blijven zitten kunnen gebaat zijn met een orthodontische behandeling om beschadiging van de wortel van de buurtanden te voorkomen.

Een onregelmatig gebit leidt niet tot meer tandbederf (cariës). Het bewijs ontbreekt voorlopig dat tanden die niet mooi op een rij staan kunnen leiden tot kauw- of spraakproblemen, tot problemen met het kaakgewricht en/of tot kaak- of hoofdpijn. Meer studies zijn hierover noodzakelijk. Kunnen scheve tanden psychologische problemen bij een jongere veroorzaken? De wetenschappelijke studies geven tegenstrijdige resultaten. Uit één studie blijkt wel dat het al dan niet hebben van een mooi gebit in beperkte mate een invloed heeft op de eigenwaarde van een volwassene.

Risico’s
De risico’s of nadelen verbonden aan orthodontische behandeling zijn beperkt: een beugel leidt niet tot meer gaatjes, nikkelovergevoeligheid of gewrichtsstoornissen aan de kaken. Het enige bewezen risico is beschadiging van de tandwortel. Dit komt - in min of meerdere mate - voor bij 11 tot 28% van de behandelde personen, maar er is nog onvoldoende wetenschappelijk gefundeerde informatie over de lange termijn gevolgen hiervan. Bij onvoldoende mondhygiëne van de behandelde persoon kunnen er ook ontkalkingsvlekken aan het glazuur optreden. Deze bruine of witte vlekken kunnen wellicht voorkomen worden door regelmatige spoeling met fluorhoudend mondwater.

40 % van de jongeren
40% van de Belgische jongeren krijgt een orthodontische behandeling, die meestal ongeveer 2 jaar duurt. Ze zijn veelal tussen 10 en 14 jaar oud. In Vlaanderen gaat het over 46% van de kinderen, in Wallonië over 32%, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over 30%. Ongeveer 64% van de behandelingen gebeurt bij een orthodontist, de rest bij een algemeen tandarts.

De kostprijs
Wat het kostenplaatje betreft, wordt voor een behandeling doorgaans ruim 2000 euro betaald. Het riziv betaalt hiervan ongeveer 30% terug, als de aanvraag voor de 15de verjaardag van de jongere werd ingediend. Daarnaast komen onder meer de ziekenfondsen via hun aanvullende verzekering gemiddeld nog eens tussen voor bijna 20%. De jongere, of meestal zijn ouders, betaalt zelf ongeveer 50% van de behandeling, of iets meer dan 1000 euro. De meeste tandartsen en orthodontisten ondertekenen de conventieovereenkomst met het riziv niet en kunnen hun tarieven vrij bepalen. Het KCE beveelt aan dat voor elke behandeling een schriftelijke offerte wordt opgemaakt.

Het budget van het RIZIV voor orthodontie bedraagt jaarlijks ongeveer 31 miljoen euro, of 6% van de totale uitgaven voor tandzorg. De ziekteverzekering maakt voor de terugbetaling geen onderscheid tussen lichte (esthetische), matige of ernstige afwijkingen, noch voor onderliggende medische aandoeningen. Het KCE raadt aan om, zoals in andere Europese landen, de terugbetalingen te baseren op een index die de graad van ernst van afwijkingen meet, en minder terug te betalen voor lichte, maar meer voor ernstige afwijkingen.

De volledige tekst van de studie is beschikbaar op de website van het KCE: www.kce.fgov.be (rubriek publicaties) onder de referentie KCE Reports vol.77A.
07 apr 2008 09u22
Bron: KCE
meer over
zie ook rubriek