Nieuwe diagnostische methode bespaart helft doorverwijzingen

Een nieuwe onderzoeksmethode voor huisartsen om trombosebenen snel te herkennen blijkt veilig en efficiënt.
Dit beschrijft Diane Toll in haar promotieonderzoek dat ze uitvoerde aan het UMC Utrecht. Ze promoveert vandaag (11 april) aan de Universiteit Utrecht.

Bij patiënten die verdacht worden van een trombosebeen kan de huisarts met de nieuwe methode in de helft van de gevallen vaststellen dat er geen gevaarlijk bloedstolsel aanwezig is. Deze patiënten hoeven niet meer onnodig naar het ziekenhuis. De zogenoemde ‘diagnostische beslisregel’ is opgenomen in de nieuwe huisartsenrichtlijn ‘diepe veneuze trombose’.

Om zeker te weten of een trombose aanwezig is, stuurt de huisarts meestal van trombosebeen verdachte patiënten door naar het ziekenhuis waar dat via een echografie van de benen vastgesteld kan worden.

Het gebruik van de beslisregel door huisartsen vermindert de doorverwijzingen naar het ziekenhuis bijna met de helft. Toll testte de diagnostische beslisregel bij meer dan duizend van trombosebeen verdachte patiënten, van zo’n driehonderd Nederlandse huisartsen.

Vijfhonderd patiënten hoefden op basis van de diagnostische regel niet te worden doorverwezen, omdat trombosebeen nagenoeg kon worden uitgesloten. Van de ruim vijfhonderd wél doorverwezen patiënten, die in het ziekenhuis een echo van de benen lieten maken, bleek ongeveer een kwart diepe veneuze trombose te hebben.

De beslisregel bestaat uit zeven ja/nee-vragen en een bloedtest die de huisarts zelf kan verrichten. De test bepaalt de concentratie van een stof die vrijkomt bij de afbraak van bloedstolsels. Bij patiënten met een trombosebeen (diep veneuze trombose) is de concentratie bijna altijd verhoogd.
14 apr 2008 09u20
Bron: Bijzijn.nl
zie ook rubriek