Uitwendige hartbewaking tijdens bevalling vaak onvoldoende

De kwaliteit van de uitwendige bewaking van de hartslag van het ongeboren kind tijdens de bevalling is vaak onvoldoende. Dat concludeert arts Petra Bakker in haar onderzoek waarop ze vrijdag promoveert.
Ze deed haar onderzoek in het Medisch Spectrum Twente en in het VU Medisch Centrum in Amsterdam.

Het signaalverlies is bij de uitwendige bewaking soms zo groot dat het hartfrequentiepatroon en de weeënactiviteit niet meer te herkennen zijn. Het beoordelen van de resultaten en het inschatten van de risico's is dan niet goed mogelijk.

Sinds de jaren zestig wordt vrijwel bij elke ziekenhuisbevalling, ongeacht het risico, de conditie van het ongeboren kind bewaakt. Dat kan uitwendig door het plaatsen van een US transducer op de buik van de moeder of inwendig door door het plaatsen van een electrode op het hoofd van het kind. De uitwendige methode wordt veel vaker gebruikt omdat voor de
inwendige methode de vliezen gebroken moeten zijn.

Uit het promotieonderzoek van De Bakker blijkt dat dit veel minder betrouwbare gegevens oplevert. Het ontwikkelen van zuurstofnood kan daardoor onopgemerkt blijven.

Signaalverlies is er vooral tijdens het persen. Dat is juist de fase waarin het risico op een slechte uitkomst voor het ongeboren kind het grootst is.

Bakker: "Ik wil niet zeggen dat er bij iedere bevalling dus interne bewaking moet plaatsvinden, maar wel dat, als je merkt dat de registratie niet goed gaat, je serieus moet overwegen om de vliezen moet breken. Nu wordt soms gemakkelijk gedacht bij 20 procent signaalverlies: ik kijk er wel globaal doorheen hoe het gaat. Maar twintig procent signaalverlies betekent dat je eenvijfde van de tijd niet weet hoe het gaat."

Volgens de promovenda vindt er in Nederland, vergeleken met andere landen, al meer inwendige registratie plaats. Ze wijst erop dat de komende jaren de kwalitiet van de uitwendige hartbewaking verder terug zal lopen omdat mensen steeds zwaarder worden.

Hoe meer buikvet een vrouw heeft, hoe slechter de weeënactiviteit en de hartfrequentie van ongeboren baby te volgen is. Ook bij patiënten die veel rondlopen is er een grotere kans op slechte informatie bij uitwendige bewaking.
16 apr 2008 09u06
Bron: Bijzijn.nl
zie ook rubriek