Te weinig jongeren krijgen tweede vaccinatie mazelen

Vlaanderen doet het goed wat de eerste vaccinatie tegen mazelen betreft: 97 procent van de zuigelingen is gevaccineerd tegen mazelen. Met de tweede vaccinatie in het vijfde leerjaar zit het minder goed. Om de jongeren te overtuigen worden affiches verspreid in en rond scholen in Vlaanderen en Brussel, komt er een website speciaal voor jongeren, en staat er een filmpje op Youtube.
De campagne richt zich eveneens naar de vaccinatoren van kind & gezin, de Centra voor Leerlingenbegeleiding, de huisartsen en de kinderartsen. Minister Vanackere wil hen stimuleren meer gebruik te maken van Vaccinnet, waarmee vaccinatoren online vaccins kunnen bestellen, en waarmee ze vaccinaties kunnen registreren en inkijken. De vaccinatiegegevens van Kind & gezin en de clb's worden nu al systematisch ingebracht.

Vergeleken met de gegevens uit 1999, is de vaccinatiegraad voor alle vaccins sterk verbeterd in 2005.
  • 97% van de zuigelingen zijn volledig gevaccineerd tegen polio, tetanus, difterie (kroep), kinkhoest en H influenzae type b in de loop van de eerste 6 maanden.
  • Meer dan 92% ontving een vierde dosis in het tweede levensjaar.
  • Meer dan 92% van de kinderen is volledig gevaccineerd tegen hepatitis B.
  • 94% is gevaccineerd tegen mazelen, bof, rubella en meningokokken C.

Van de andere Europese landen met een vergelijkbaar vaccinatiebeleid en gezondheidszorgsysteem bereiken enkel Finland en Nederland een even hoge vaccinatiegraad.

Bij kinderen tussen 18 en 24 maand is de kans op onvolledige vaccinatie groter bij het jongste kind in het gezin, bij kinderen van niet-werkende moeders, bij kinderen gevaccineerd door de huisarts en wanneer het kind ooit nevenwerkingen vertoonde na vaccinatie. Ziekte van het kind werd door ouders als belangrijkste reden opgegeven voor de onvolledige vaccinatie.

De meeste jonge kinderen werden gevaccineerd door Kind en Gezin of via het kinderdagverblijf (83%); andere vaccinatoren zijn de kinderarts (11%) of de huisarts (5%).

Bij jongeren is de situatie iets minder rooskleurig.
  • 76% is gevaccineerd tegen hepatitis B vaccinatie (3 dosissen)
  • 80% is gevaccineerd tegen meningokokken C
  • 84% is gevaccineerd tegen mazelen,bof en rubella.

Dit is onvoldoende om deze infecties in Vlaanderen onder controle te houden en te elimineren. Maar deze cijfers zijn waarschijnlijk een onderschatting van de realiteit omdat voor veel jongeren de vaccinatiegegevens ontbreken. Slechts 31,8% van de jongeren beschikt thuis over alle vaccinatiegegevens tegen mazelen-bof-rubella, hepatitis B en meningokokken C. Dit zijn de 3 inentingen die zij de voorbije 4 jaren aangeboden kregen. Wanneer de gegevens van de Centra voor Leerlingenbegeleiding hieraan worden toegevoegd, beschikken nog steeds slechts 58,1% van de jongeren over een bewijs van deze 3 vaccinaties. Van 7% van de jongeren werd geen enkel spoor van vaccinaties teruggevonden.

Jongeren van gescheiden ouders, jongeren met een alleenstaande ouder, jongeren met ouders van buiten de EU, en jongeren met een werkzoekende of deeltijds werkende vader blijken minder te beschikken over vaccinatiegegevens.

De belangrijkste vaccinator is hier het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (clb), maar ook huisartsen waren verantwoordelijk voor een belangrijk aandeel van de vaccinaties (20% van de vaccins tegen hepatitis B en tegen mazelen-bof-rubella en 35% van de vaccins tegen meningokokken C).
17 apr 2008 09u44
zie ook rubriek