Enkele patiënten met de ziekte van Parkinson kregen in de jaren negentig gezonde hersencellen ingeplant van foetussen, in de hoop dat die nieuwe cellen de voortschrijdende hersenschade van de ziekte zouden tegengaan. Recent zijn de hersenen van drie van die patiënten na hun dood onderzocht om na te gaan hoe de getransplanteerde cellen al die jaren hebben standgehouden.