De helft van de patiënten die met loeiende sirenes via de 100 op de dienst spoedgevallen binnenwaait, staat binnen het uur terug op straat. Om de dispatching van de dringende medische hulpverlening ordentelijker en rationeler te laten verlopen, heeft minister Onkelinx hiervoor nu bij KB een ‘cel’ op volksgezondheid opgericht. Een bericht in het medische weekblad de Huisarts.
We vroegen dokter Jan Stroobants, voorzitter van de beroepsvereniging van urgentieartsen (Becep) waarom zo’n cel voor de dispatching nodig is. Hij legt vooreerst aan de arts' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>huisarts uit “dat de helft van de mensen die via de 100 op de dienst spoedgevallen binnenkomt binnen het uur terug op straat staat. Men kan zich afvragen of het zinvol is dat ze met loeiende sirenes het ziekenhuis werden binnengereden. Dat terwijl andere patiënten misschien meer behoefte hadden aan dringende hulp en hierdoor tekort worden gedaan”, dixit Stroobants.
Om rationeler te kunnen werken, wordt momenteel een hervorming van de 100-centrales voorbereid. De oprichting van de cel voor dispatching kadert daarin. “Om veiligheidsredenen doet men in de dringende medische hulpverlening”, dixit dokter Stroobants, “vaak aan overshooting van middelen. Meer kennis kan tot een betere inzet van middelen leiden. De (medische) kennis is bij de 100-centrales niet altijd aanwezig. Daarom is het aangewezen dat een arts of iemand onder de verantwoordelijkheid van een arts de medische dispatching zou doen. Middelen kunnen dan ingezet worden in functie van de aard van de oproep. Is bijvoorbeeld dringend transport nodig of niet? Nu bellen mensen naar de 100 en er komt sowieso een ambulance. Terwijl het kan volstaan dat de huisarts langsgaat of dat men een consultatie plant. Of een Pit met een verpleegkundige kan de klus klaren waardoor een mug overbodig wordt,” zegt de Antwerpse urgentie-arts in de Huisarts.
De nieuwe cel zal instaan voor de coördinatie van de verschillende diensten die zich te lande met dringende medische hulpverlening bezighouden. “Dat zal ervoor moeten zorgen dat de juiste middelen ingezet worden in de juiste situatie en op het juiste tijdstip. Zodat de performantie van het systeem verhoogt,” dixit Stroobants. Wie er precies deel van gaat uitmaken, ligt nog niet vast maar allicht zijn gespecialiseerde verpleegkundigen, urgentisten en andere artsen een certitude.
Om rationeler te kunnen werken, wordt momenteel een hervorming van de 100-centrales voorbereid. De oprichting van de cel voor dispatching kadert daarin. “Om veiligheidsredenen doet men in de dringende medische hulpverlening”, dixit dokter Stroobants, “vaak aan overshooting van middelen. Meer kennis kan tot een betere inzet van middelen leiden. De (medische) kennis is bij de 100-centrales niet altijd aanwezig. Daarom is het aangewezen dat een arts of iemand onder de verantwoordelijkheid van een arts de medische dispatching zou doen. Middelen kunnen dan ingezet worden in functie van de aard van de oproep. Is bijvoorbeeld dringend transport nodig of niet? Nu bellen mensen naar de 100 en er komt sowieso een ambulance. Terwijl het kan volstaan dat de huisarts langsgaat of dat men een consultatie plant. Of een Pit met een verpleegkundige kan de klus klaren waardoor een mug overbodig wordt,” zegt de Antwerpse urgentie-arts in de Huisarts.
De nieuwe cel zal instaan voor de coördinatie van de verschillende diensten die zich te lande met dringende medische hulpverlening bezighouden. “Dat zal ervoor moeten zorgen dat de juiste middelen ingezet worden in de juiste situatie en op het juiste tijdstip. Zodat de performantie van het systeem verhoogt,” dixit Stroobants. Wie er precies deel van gaat uitmaken, ligt nog niet vast maar allicht zijn gespecialiseerde verpleegkundigen, urgentisten en andere artsen een certitude.
