Hoe gezond is de Belgische gezondheidszorg?

Kwaliteit moet een belangrijkere plaats krijgen in het Belgisch gezondheidszorgbeleid. Door de budgettaire nadruk van de afgelopen decennia gaat de beleidsaandacht alleen naar kwantiteit en toegankelijkheid van het aanbod. Dat blijkt uit een onderzoek naar de gezondheid van de Belgische gezondheidszorg van het Itinera Institute.
Context (Deel I)
1. Gezondheid is een sleutelsector. Zelfs als we ons beperken tot de basisactiviteiten, stelt de gezondheidssector met 400.000 personen 9,38% van de actieve bevolking tewerk. Dit is meer dan het onderwijs (370.000) en dubbel zoveel als de bouwsector. Het activiteitenveld van de Gezondheid breidt iedere dag uit. Het beperkt zich niet langer tot het curatieve aspect, maar omvat een veel breder begrip: het welzijn van de bevolking. De burger-patiënt bevindt zich in het centrum van het systeem. Onze economie evolueert geleidelijk naar een gezondheidseconomie.

2. De evolutie van het gezondheidsbeleid wordt gekenmerkt door twee grote periodes. Vanaf de jaren ’60 tot het begin van de jaren ’80, kunnen we spreken van twintig zorgeloze groei-jaren voor de gezondheidszorg, een periode van maximalisatie van het aanbod zonder de druk van beperkte middelen, mogelijk gemaakt door de voorspoed en het klimaat van vertrouwen die deze periode kenmerken. Van 1982 tot 2007, kennen we 25 « budgettaire » jaren van toenemende begrotingsfixatie, met drie grote hervormingsgolven: eerst de ziekenhuizen, dan de ziekenfondsen en het riziv, en ten slotte de farmaceutische nijverheid, de artsen, en de uitbreiding van de dekking in de gezondheidszorg.

3. De 21ste eeuw plaatst de gezondheidszorg voor belangrijke nieuwe uitdagingen: de evolutie van de levens- en consumptiegewoonten, de toename van de chronische ziekten, de verlenging van de levensduur en de vooruitgang van de nieuwe technologieën en nieuwe behandelingen. Als gevolg van deze vier factoren zullen de gezondheidsuitgaven groeipercentages kennen die veel hoger liggen dan in het verleden en zullen er nieuwe behoeften in termen van menselijke middelen ontstaan.

De sterke punten van het Belgische systeem (Deel II)
1.Traditioneel worden aan ons gezondheidssysteem drie sterke punten toegeschreven: de dekkingsgraad van de bevolking door de verplichte ziekteverzekering, de vrije keuze van de patiënt en de toegang tot het gezondheidssysteem. Naast deze traditionele sterke punten kunnen we 3 bijkomende sterke punten weerhouden.

2. De door het systeem teweeggebrachte algemene dynamiek in de concrete aanbieding en prestatie van gezondheidszorg: het zelfstandige statuut van de zorgverleners, de concurrentie tussen de netten en de instellingen, en de rivaliteit tussen de ziekenfondsen hebben gezorgd (en zorgen nog steeds) voor een gezonde wedijver tussen de verschillende actoren van het gezondheidssysteem.

3. De basisvorming en de kwaliteit van de zorgverleners, dankzij een goed onderwijssysteem en een goede permanente vorming. Echter: de groeiende schaarste van goed menselijk kapitaal op de arbeidsmarkt zal zich ook in de medische beroepen doen gevoelen.

4.Ten slotte: de toenemende professionalisering van het beheer van de structuren en de actoren van de gezondheidszorg. Het gezondheidssysteem heeft tijdens de laatste 15 jaar een zeer belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van het management. Precieze functiestructuren en profielen zijn ingevoerd, zoals financieel beheer, informatica en medische directies. Niettemin blijven er nog belangrijke verbeteringen nodig in sommige instellingen.

Bedreigingen (Deel III)
Ons systeem van gezondheidszorg bezit belangrijke troeven. Nochtans worden deze tegenwoordig ernstig bedreigd.
1. Sinds 25 jaar is alle beleidsaandacht in hoofdzaak naar het budget gegaan en dit gedurende drie opeenvolgende periodes: (i) de ziekenhuizen, (ii) de mutualiteiten, (iii), de farmaceutische industrie en de zorgverleners.
a. Ondanks 25 jaar van budgettaire controle is men er niet in geslaagd het budget te controleren: de groeivoet is onhoudbaar in vergelijking met de evolutie van het Belgische BBP, de gezondheidssector kannibaliseert de andere sectoren van de sociale zekerheid (onder andere de pensioenen) en de private financiering blijft maar stijgen.
b. De 25 jaar van budgettaire controle hebben een stijgende druk uitgeoefend op het zorgaanbod en hebben de rol van de centrale overheid doen toenemen, terwijl de traditionele sterkte van het systeem net berust op de vrije toegang tot uiterst gedecentraliseerde diensten.
c. De budgettaire controle via het groeinormen systeem doet de vergrijzingskost stijgen voor de toekomstige generaties.
d. De budgettaire controle is onhoudbaar in de toekomst, gelet op de voormelde uitdagingen van de 21e eeuw.
De budgettaire fixatie is dus zonder meer ontoereikend, onhoudbaar en gevaarlijk voor de toekomst van het Belgische gezondheidszorgsysteem.

2. Het budget zal in de toekomst ongetwijfeld onvoldoende zijn ondanks de steeds groter wordende aderlating in het gezinsbudget. De private en publieke gezondheidsuitgaven kennen een uitzonderlijke groei. Deze uitzonderlijke groei is niet onder controle en kannibaliseert de sociale zekerheid, zoals ook het Rekenhof heeft aangeklaagd. Zij is desondanks nodig om een performant gezondheidszorgsysteem te verzekeren. De budgettaire groei die voorzien is door de Studiecommissie voor de vergrijzing zal duidelijk onvoldoende zijn.

3. De kwalitatieve doelstelling wordt onvoldoende benadrukt in het gezondheidszorgbeleid. Hoewel er inspanningen worden ondernomen op individueel niveau, bestaat er geen globale aanpak om de kwaliteit van onze gezondheidszorg te waarborgen. Bestaande internationale vergelijkingen inzake kwaliteit zijn niet lovend voor België. Bovendien is de transparantie van de
kwaliteitsinformatie quasi onbestaande. Waar informatie bestaat, toont die bovendien een eerder middelmatige prestatie aan.
Voorbeelden hiervan zijn kindersterfte, perinatale sterfte of sterfte ten gevolge van kanker' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>borstkanker of darmkanker. Voor al deze indicatoren bevindt België zich tussen de 15e en de 20e plaats in een rangschikking van 28 ontwikkelde landen. Ziekenhuisinfecties zijn een ander voorbeeld. Er zijn er ongeveer 110 000 per jaar, alleen nog maar voor de ziekenhuizen, met tussen de 2500 en de 3000 doden en kosten die oplopen tot €116.322.800 voor extra ziektedagen ten gevolge van deze infecties.

Het is belangrijk dat kwaliteit een belangrijker plaats krijgt in het Belgische gezondheidszorgbeleid, aangezien de patiënt vandaag te weinig middelen krijgt om die te evalueren. Maar, door de budgettaire nadruk gaat de beleidsaandacht alleen naar kwantiteit en toegankelijkheid van het aanbod. De kwaliteit van het aanbod daarentegen is de vrucht van individuele initiatieven en dus niet van een georganiseerd en voluntaristisch beleid. België faciliteert de keuzevrijheid van de patiënt en de concurrentie tussen de zorgverleners, maar doet te weinig om de keuzes van de patiënt geïnformeerd te doen verlopen.

4. De quota zijn contraproductief en zullen in de toekomst leiden tot tekorten op het gebied van menselijke middelen: artsen, zorgassistenten… Naast de samenwerking tussen de verschillende zorgniveaus is ook de uitwerking van geïntegreerde zorgnetwerken ofwel volledig onbestaand, ofwel ruim ontoereikend. Het beleid is er één van verticale budgettaire affectatie volgens de klassieke indeling: ziekenhuizen, artsen, specialisten,… De toekomst vraagt om een horizontale organisatie die de verschillende niveaus in een geïntegreerde aanpak combineert, wat toelaat zich toe te spitsen op resultaten in termen van gezondheid, eerder dan op zorgverlenende prestaties zelf.

5. Het merendeel van het budget is gebaseerd op het curatieve en besteedt heel weinig aandacht aan de preventie. Door de budgettaire druk is het gezondheidsbeleid grotendeels teruggebracht tot curatieve zorg. De stimulansen om te investeren in de preventieve dimensie zijn quasi onbestaande. Er bestaan sinds kort enkele goede initiatieven op regionaal of nationaal niveau, zoals het nationale plan tegen kanker. Deze initiatieven zijn echter te specifiek om een structureel probleem op te lossen. Preventie moet op structurele wijze versterkt worden.

6. We stellen een gebrek aan visie op middellange- en lange termijn vast. Het beleid is afgestemd op bekommernissen op korte termijn.
Het gezondheidszorgbeleid in België is gebaseerd op de toewijzing van middelen op basis van belangengroepen en corporatisme. Er bestaat geen institutioneel kader om de budgettaire toewijzingen te koppelen aan een lange termijn visie over gezondheid.

Ons systeem van gezondheidszorg bezit belangrijke troeven. Nochtans worden deze tegenwoordig ernstig bedreigd.1. Sinds 25 jaar is alle beleidsaandacht in hoofdzaak naar het budget gegaan en dit gedurende drie opeenvolgende periodes: (i) de ziekenhuizen, (ii) de mutualiteiten, (iii), de farmaceutische industrie en de zorgverleners.a. Ondanks 25 jaar van budgettaire controle is men er niet in geslaagd het budget te controleren: de groeivoet is onhoudbaar in vergelijking met de evolutie van het Belgische BBP, de gezondheidssector kannibaliseert de andere sectoren van de sociale zekerheid (onder andere de pensioenen) en de private financiering blijft maar stijgen.b. De 25 jaar van budgettaire controle hebben een stijgende druk uitgeoefend op het zorgaanbod en hebben de rol van de centrale overheid doen toenemen, terwijl de traditionele sterkte van het systeem net berust op de vrije toegang tot uiterst gedecentraliseerde diensten.c. De budgettaire controle via het groeinormen systeem doet de vergrijzingskost stijgen voor de toekomstige generaties.d. De budgettaire controle is onhoudbaar in de toekomst, gelet op de voormelde uitdagingen van de 21e eeuw.De budgettaire fixatie is dus zonder meer ontoereikend, onhoudbaar en gevaarlijk voor de toekomst van het Belgische gezondheidszorgsysteem.2. Het budget zal in de toekomst ongetwijfeld onvoldoende zijn ondanks de steeds groter wordende aderlating in het gezinsbudget. De private en publieke gezondheidsuitgaven kennen een uitzonderlijke groei. Deze uitzonderlijke groei is niet onder controle en kannibaliseert de sociale zekerheid, zoals ook het Rekenhof heeft aangeklaagd. Zij is desondanks nodig om een performant gezondheidszorgsysteem te verzekeren. De budgettaire groei die voorzien is door de Studiecommissie voor de Vergrijzing zal duidelijk onvoldoende zijn.3. De kwalitatieve doelstelling wordt onvoldoende benadrukt in het gezondheidszorgbeleid. Hoewel er inspanningen worden ondernomen op individueel niveau, bestaat er geen globale aanpak om de kwaliteit van onze gezondheidszorg te waarborgen. Bestaande internationale vergelijkingen inzake kwaliteit zijn niet lovend voor België. Bovendien is de transparantie van de kwaliteitsinformatie quasi onbestaande. Waar informatie bestaat, toont die bovendien een eerder middelmatige prestatie aan.Voorbeelden hiervan zijn kindersterfte, perinatale sterfte of sterfte ten gevolge van borstkanker of darmkanker. Voor al deze indicatoren bevindt België zich tussen de 15e en de 20e plaats in een rangschikking van 28 ontwikkelde landen. Ziekenhuisinfecties zijn een ander voorbeeld. Er zijn er ongeveer 110 000 per jaar, alleen nog maar voor de ziekenhuizen, met tussen de 2500 en de 3000 doden en kosten die oplopen tot €116.322.800 voor extra ziektedagen ten gevolge van deze infecties. Het is belangrijk dat kwaliteit een belangrijker plaats krijgt in het Belgische gezondheidszorgbeleid, aangezien de patiënt vandaag te weinig middelen krijgt om die te evalueren. Maar, door de budgettaire nadruk gaat de beleidsaandacht alleen naar kwantiteit en toegankelijkheid van het aanbod. De kwaliteit van het aanbod daarentegen is de vrucht van individuele initiatieven en dus niet van een georganiseerd en voluntaristisch beleid. België faciliteert de keuzevrijheid van de patiënt en de concurrentie tussen de zorgverleners, maar doet te weinig om de keuzes van de patiënt geïnformeerd te doen verlopen.4. De quota zijn contraproductief en zullen in de toekomst leiden tot tekorten op het gebied van menselijke middelen: artsen, zorgassistenten… Naast de samenwerking tussen de verschillende zorgniveaus is ook de uitwerking van geïntegreerde zorgnetwerken ofwel volledig onbestaand, ofwel ruim ontoereikend. Het beleid is er één van verticale budgettaire affectatie volgens de klassieke indeling: ziekenhuizen, artsen, specialisten,… De toekomst vraagt om een horizontale organisatie die de verschillende niveaus in een geïntegreerde aanpak combineert, wat toelaat zich toe te spitsen op resultaten in termen van gezondheid, eerder dan op zorgverlenende prestaties zelf.5. Het merendeel van het budget is gebaseerd op het curatieve en besteedt heel weinig aandacht aan de preventie. Door de budgettaire druk is het gezondheidsbeleid grotendeels teruggebracht tot curatieve zorg. De stimulansen om te investeren in de preventieve dimensie zijn quasi onbestaande. Er bestaan sinds kort enkele goede initiatieven op regionaal of nationaal niveau, zoals het nationale plan tegen kanker. Deze initiatieven zijn echter te specifiek om een structureel probleem op te lossen. Preventie moet op structurele wijze versterkt worden.6. We stellen een gebrek aan visie op middellange- en lange termijn vast. Het beleid is afgestemd op bekommernissen op korte termijn. Het gezondheidszorgbeleid in België is gebaseerd op de toewijzing van middelen op basis van belangengroepen en corporatisme. Er bestaat geen institutioneel kader om de budgettaire toewijzingen te koppelen aan een lange termijn visie over gezondheid.

De organisatie van de Belgische gezondheidszorg mist, als gevolg van de budgettaire logica op korte termijn, een reflectieplatform over gezondheid en gezondheidsbeleid op lange termijn. Deze denkoefening is nochtans noodzakelijk en moet de fundamentele veranderingen van de 21ste eeuw mogelijk maken:
a. Hen horizontale organisatie gebaseerd op samenwerking.
b. De optimalisatie van het zorgaanbod op kwantitatief en kwalitatief vlak.
c. De omschakeling van de rol van de burger-patiënt naar een grotere responsabilisering door middel van stimulansen.
d. Een geoptimaliseerd gebruik van technologie en informatie.
30 apr 2008 09u40
zie ook rubriek