Heparines: aanbevelingen van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) publiceerde in april en mei 2008 informatie en aanbevelingen betreffende heparines, volgend op het voorkomen van ongewenste effecten van het anafylactoïde type. Het EMEA herinnert hierbij aan enkele aanbevelingen en stelt maatregelen voor om dit probleem aan te pakken.
Het Europees geneesmiddelenbureau (EMEA) heeft de risico’s onderzocht verbonden aan het gebruik van geneesmiddelen op basis van heparine, verontreinigd met chondroïtinepersulfaat (OSCS). Heparine wordt gebruikt voor de behandeling en secundaire preventie van longembool en van diepe veneuze trombose alsook voor de primaire preventie van veneuze trombo-embolie bij ingrepen met matig tot hoog risico van trombose. Het wordt veel gebruikt bij patiënten die risico lopen op een hartaanval of die een hartaanval hebben gehad, bij patiënten die een zware operatie hebben ondergaan of bij dialysepatiënten.

Het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) van het EMEA concludeerde het volgende:
- Er werd OSCS aangetroffen in niet-gefractioneerde (standaard) heparines en in heparines met laag moleculair gewicht;
- Er is een verband tussen de verontreiniging met hoge OSCS-gehaltes en de ernstige ongewenste effecten, van het anafylactoïde type, opgetreden bij sommige patiënten die verontreinigde standaard heparine kregen toegediend. Alle partijen standaard heparine betrokken bij deze verontreiniging werden wereldwijd door de verschillende regelgevende autoriteiten geïdentificeerd en uit de handel gehaald;
- Er werden ook lage dosissen OSCS vastgesteld in een aantal partijen heparine met laag moleculair gewicht, met name enoxaparine. Met enoxaparine werden echter geen vergelijkbare ongewenste effecten vastgesteld. Een algemene terugtrekking van de markt van verontreinigde enoxaparine in landen waar het product gebruikt wordt, zou leiden tot een bevoorradingstekort waardoor patiënten hun behandeling niet zouden kunnen voortzetten.

Het CHMP oordeelde dat artsen enoxaparine met een laag gehalte aan OSCS mogen blijven gebruiken om patiënten tijdelijk te behandelen tot de situatie is genormaliseerd. Er dringen zich echter een aantal maatregelen op om de kans op ongewenste effecten zoveel mogelijk te beperken. Dit houdt in dat:
- Intraveneuze of intra-arteriële toediening van enoxaparine moet worden vermeden;
- Patiënten strikt gemonitord moeten worden op tekenen van allergische reacties. In dit geval moet de gepaste therapie toegediend worden.
- Toediening van enoxaparine bij zwangere vrouwen uit voorzorg vermeden moet worden indien er alternatieven zijn of onverontreinigde enoxaparine beschikbaar is.

Daarnaast onderzocht het CHMP lange termijn maatregelen om de mogelijkheid op toekomstige verontreinigingen zoveel mogelijk te beperken. Een gecoördineerde aanpak tussen Europese en internationale partners voor elke inspectie van de heparine toeleveringsketen is aanbevolen. Bovendien is het raadzaam om zich samen met de Europese Commissie te buigen over wijzigingen aan de bestaande wettelijke en regelgevende structuur om de controle op de toeleveringsketen te versterken.

Er moeten ook specifieke tests voor de detectie van OSCS en andere mogelijke contaminanten worden toegevoegd aan de heparine monografieën van de Europese Farmacopee.

Geneesmiddelen op basis van heparine zijn vergund op het niveau van de Lidstaten volgens nationale procedures. Landspecifieke adviezen en informatie over voorraad en mogelijke tekorten zijn beschikbaar in alle betrokken Lidstaten.

Het FAGG heeft reeds twee mededelingen gedaan in verband met heparines op datum van 15/4/2008 en 8/5/2008.
06 jun 2008 09u07
meer over
zie ook rubriek