Patiënten kopen steeds meer pillen op krediet

De vermindering van de koopkracht valt nu ook in de apotheek op. Sommige Belgen hebben het moeilijk om hun geneesmiddelen te betalen, zelfs als ze alleen het remgeld moeten ophoesten. Dat is toch de perceptie van de apothekers. Meer nog. Het fenomeen van de moeilijke betaler komt steeds vaker voor. | Désirée De Poot
Bijna drie op de tien Belgische apothekers (29 %) zeggen dat zij vaak tot zeer vaak patiënten over de vloer krijgen die het remgeld op hun voorgeschreven medicatie nog moeilijk kunnen betalen. In Wallonië loopt dat cijfer op tot 45 procent. Het probleem is ook groter in stedelijk dan in ruraal gebied. Dat blijkt uit een onderzoek dat het onafhankelijk onderzoeksbureau Dedicated Research op vraag van de apotheker heeft uitgevoerd.

Slechts een op de vier apothekers heeft er nooit mee te maken, in Wallonië zegt slechts een op de tien apothekers dat hij nooit een klant over de vloer krijgt die met moeite het remgeld kan ophoesten. Het probleem is het grootst in Luik en Henegouwen. In Limburg en West-Vlaanderen komt het fenomeen het minste voor.

Regionaal verschil
Maar ook als de apothekers wordt gevraagd of ze er min of meer mee worden geconfronteerd dan vroeger, is het regionale verschil opvallend. Bijna geen enkele apotheker geeft aan dat hij er nu een beetje minder dan vroeger mee wordt geconfronteerd (5 % in Vlaanderen, 1 % in Wallonië). Een op de twee apothekers ziet het fenomeen een beetje of opvallend groter worden.

Uit een telefonische navraag wordt duidelijk dat bijna alle apothekers aan het koopgedrag van de patiënt of zijn familie kunnen afleiden hoe ver de maand gevorderd is. De meest noodzakelijke geneesmiddelen worden in de eerste helft van de maand gekocht, sommige apothekers zien een inkomensdaling van 30 procent en meer tegen het einde van de maand.

Oorzaak
De oorzaak van de moeilijkheden bij het betalen, is moeilijk te achterhalen. Voorschriftplichtige geneesmiddelen op zich zijn de laatste jaren immers goedkoper geworden en daar ging de bevraging bij de apothekers over.
De algemene koopkracht is wél gedaald en de moeilijkheden in de officina kunnen daar een gevolg van zijn, temeer omdat onderzoek heeft uitgewezen dat ‘gezondheidszorg’ bij de burger pas op de vierde plaats in het prioriteitenlijstje staat.

Oplossingen
Apothekers lossen het probleem op hun eigen manier op: in de grootsteden is er al bij het ocmw een speciale afdeling die zich bezighoudt met mensen die het moeilijk hebben om hun gezondheidskosten te dragen. De apotheker verwijst de patiënt dan door. Andere apothekers verlenen de patiënt krediet, zeker als hij hem al wat langer kent en weet dat hij de geneesmiddelen op krediet later krijgt betaald. Apothekers in grotere, achtergestelde wijken kunnen dat krediet niet altijd geven. Ze bekijken met de patiënt wat hij prioritair moet innemen en dus kopen en sturen hem dan terug.

Alleen als het om een direct levensnoodzakelijk medicijn gaat, is de apotheker wettelijk verplicht om het – zelfs onbezoldigd – af te geven. “De wet verplicht immers bijstand aan een persoon in nood en er is ook de deontologische code van de apothekers”, zegt Piet Van Maercke, directeur van het Nationaal Secretariaat van de Orde der Apothekers. Maar ‘levensnoodzakelijk’ is natuurlijk een rekbaar begrip. “De meeste echt levensnoodzakelijke geneesmiddelen zoals insuline of kankermedicijnen zijn voor de patiënt gratis en daar stelt het probleem zich niet. Moeilijker is het als we het bijvoorbeeld over bloeddrukverlagende geneesmiddelen hebben.”
23 jun 2008 09u26
zie ook rubriek