Doktersbezoek grotendeels aangeleerd

Een Belg stapt gemiddeld 7 tot 8 keer per jaar naar de huisarts en zit daarmee bij de koplopers van de Europese Unie.
Wel zijn er grote individuele verschillen. In sommige gezinnen gaan ouders en kinderen met de minste klacht naar de huisarts, terwijl anderen afwachten of zelf in de medicijnkast graaien.

In gezinnen met opvallend veel consultaties zijn er meer gezinsleden die zeggen een slechte gezondheid te hebben. Ook als er geen erfelijke chronische aandoeningen bestaan.

Consultatiegedrag zit in de familie, zo blijkt. Daarbij zijn het vooral de moeders die hun kinderen beïnvloeden en dat doen ze meer bij dochters dan bij zonen. De invloed van vaders is geringer en bovendien bepalen zij iets meer het consultatiegedrag van hun zonen.

Tot die conclusie komt Mieke Cardol van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg die de redenen voor doktersbezoek recent onderzocht.

In gezinnen die zeer weinig op consultatie gaan zijn er ook opvallend meer kinderen en hebben de ouders doorgaans een hogere opleiding genoten. Informatie en achtergrondkennis van ziekten en gezondheid blijken daarbij het consultatiegedrag te beperken.
30 jun 2008 09u40
Bron: BodyTalk
zie ook rubriek