Het RIZIV heeft in 2007 575,3 miljoen euro uitgetrokken voor behandelingen door tandartsen, wat 6,47 procent meer was dan het jaar voordien. Patiënten die in Vlaanderen wonen, waren goed voor 57,75 procent van de kosten; Wallonië voor 30,79 procent en Brussel voor 11,29 procent.
De grootste toename deed zich voor in Wallonië (+7,21 procent), gevolgd door Vlaanderen (+6,17 procent) en Brussel (+5,83 procent). Dat antwoordde de minister van Sociale Zaken, Laurette onkelinx, op een schriftelijke vraag van Louis Ide (N-VA).
In vergelijking met 1996, toen de riziv-kosten 362,4 miljoen euro bedroegen, lag het kostenplaatje in 2007 dus meer dan 50 procent hoger. De meest opmerkelijke stijging in die periode betreft het aantal preventieve verzorgingen: van 22.990 naar 75.599. Ook het aantal bewaarshalve tandverzorgingen (van 205.003 naar 296.300), tandprotheses (van 57.648 naar 86.977), orthodontische behandelingen (van 20.940 naar 32.943) en radiografieën (van 23.723 naar 44.402) stegen in de vermelde periode fors.
In vergelijking met 1996, toen de riziv-kosten 362,4 miljoen euro bedroegen, lag het kostenplaatje in 2007 dus meer dan 50 procent hoger. De meest opmerkelijke stijging in die periode betreft het aantal preventieve verzorgingen: van 22.990 naar 75.599. Ook het aantal bewaarshalve tandverzorgingen (van 205.003 naar 296.300), tandprotheses (van 57.648 naar 86.977), orthodontische behandelingen (van 20.940 naar 32.943) en radiografieën (van 23.723 naar 44.402) stegen in de vermelde periode fors.