Officiële wilsverklaring niet afdwingbaar

Zelfs een officiële wilsverklaring euthanasie zou niet afdwingbaar zijn? Wat is dat nu? Zo vragen velen zich af.
Een patiënt kan geen bevel geven aan een arts. Dat is extreem belangrijk om weten voor wie bij het levenseinde de touwtjes in handen wil houden.

arts en patiënt beslissen in principe altijd samen, 'in consensus' ('informed consent').

Wat de patiënt wil, kan gebeuren als de arts het ermee eens is.

Een patiënt heeft dus geen 'recht' op euthanasie. Hij kan het vragen.

Maar dan geldt ook het omgekeerde. Wat een arts wil, kan in beginsel ook maar als de patiënt het ermee eens is. Een patiënt kan dus aan een arts de toestemming weigeren om een behandeling of ingreep uit te voeren.

Dat is voor de patiënt een belangrijker hefboom om zijn levenseindewensen te realiseren dan een officiële wilsverklaring.

De euthanasiewet - Nederland en België zijn nog altijd de enige landen die dit hebben - laat toe dat een arts onder bepaalde omstandigheden het leven van een patiënt beëindigt als die daar uitdrukkelijk om verzoekt. Maar dat verzoek is geen bevel voor de arts. De vraag van de patiënt is enkel een belangrijk signaal dat de arts ernstig moet nemen.

A fortiori geldt dit geschreven wilsverklaringen die soms jaren vooraf worden opgesteld (de officiële zijn vijf jaar geldig). Een arts moet die vraag ernstig nemen, maar het is geen marsbevel.

Dat is meteen de tweede grote beperking die vasthangt aan de officiële 'wilsverklaring euthanasie' die burgers vanaf maandag kunnen laten registreren bij hun gemeentebestuur. De eerste beperking is dat die wilsverklaring enkel geldt in één situatie - die van de 'onomkeerbare coma' - en niet in vaker voorkomende situaties zoals dementie, omkeerbare coma, verlies van communicatiemogelijkheden, enzovoort.

Dat is echter anders voor een zogenaamde negatieve wilsverklaring. Die is wel niet in een wet vastgelegd maar ze bestaat wel. Een burger kan in een document vastleggen dat hij wenst dat in zekere omstandigheden, bepaalde behandelingen of ingrepen niét op hem worden uitgevoerd.

Velen schrijven in een wilsverklaring neer dat ze in bepaalde omstandigheden niet willen gereanimeerd worden, geen kunstmatige voedsel- en vochttoediening wensen, geen kunstmatige beademing wensen, of geen chemotherapie of bestraling willen. Een arts hoort dat te respecteren, als dat document deugdelijk en betrouwbaar blijkt te zijn.

Toch is het best ook in zo'n document - op te stellen met getuigen en best ook aan de huisarts te geven - niet enkel vertrouwenspersonen aan te stellen (zoals de officiële wilsverklaring voorziet), maar echte 'vertegenwoordigers' te benoemen, zegt prof. dr. Herman Nijs van de KU Leuven. Een vertrouwenspersoon kan alleen 'uitleggen' wat de betrokkene bedoelde. Een vertegenwoordiger kan beslissingen nemen in naam van de patiënt als die zelf zijn wil niet meer kan uitdrukken. Dat is verwerkt in model dat federatie palliatieve zorg nog verder uitwerkt met huisartsen zoals Marc Cosyns uit Gent en juristen zoals Herman Nys.
30 aug 2008 20u33
zie ook rubriek