Systematische preventie schiet haar doel voorbij

Soms tonen cijfers erg duidelijk aan dat preventie overbodig is. “Met de moderne normen loopt vanaf 50 jaar 90% van de bevolking een risico van verhoogde bloeddruk of cholesterol. Waarom dan nog preventieve onderzoeken uitvoeren als we dat toch weten?. Is het dan niet beter meteen iedereen te behandelen? Dat zou 80% van de hartaanvallen kunnen voorkomen. Kostprijs is wel de medicalisering van gezondheid”, aldus Weingarten van de Universiteit van Tel Aviv in het weekblad de Huisarts.
preventie staat niet ter discussie. Daar lijkt het alvast vaak op. En toch kunnen er bij de manier waarop vandaag aan preventie gedaan wordt ook vragen gesteld worden. Dat deed alvast Prof. Michael Weingarten van de universiteit van Tel Aviv op het Europese Wonca-congres in Instanbul. De arts' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>huisarts was er bij.

“Traditioneel biedt een raadpleging vier invalshoeken. Een daarvan is de zogenoemde opportunistische gezondheidspromotie of preventie. De arts neemt de gelegenheid van een raadpleging te baat om de patiënt op preventie te wijzen. Zo ging het althans in het verleden”, aldus Weingarten. Deze vorm van ad hoc preventie is de laatste jaren echter vervangen door een meer systematische vorm van preventie.

Volgens Weingarten behoort systematische preventie niet tot het takenpakket van de huisarts. “Bij curatie staat de individuele patiënt centraal. Hij komt met een gezondheidsprobleem naar de huisarts en verwacht dat die dat voor hem oplost. Het succes van (systematische) preventie daarentegen wordt afgemeten op schaal van de groep, niet van het individu. We moeten ons de vraag durven stellen of de huisarts verantwoordelijk is voor de individuele patiënt of voor de groep. Het antwoord is duidelijk: voor de individuele patiënt die hem raadpleegt. De verantwoordelijkheid voor de maatschappij ligt bij de politici, niet bij de individuele artsen.”

Bij het concept van systematische preventie kunnen volgens Weingarten sowieso een aantal vragen gesteld worden. Zowel de efficiëntie als de veiligheid ervan laten vaak, om niet te zeggen bijna steeds, te wensen over. “Gedurende tien jaar mammografieën uitvoeren bij 2.000 vrouwen levert één verlengd leven op. Dat zou eventueel nog de enorme investering waard zijn. Dat is het minder wanneer we vaststellen dat hierdoor ook tien vrouwen onnodig behandeld werden. Het totale aantal valspositieven ligt nog een pak hoger, maar die worden uiteindelijk niet allemaal behandeld,” dixit Weingarten in de Huisarts.

Soms tonen de cijfers wel erg duidelijk aan dat preventie eigenlijk overbodig is. “Met de moderne normen en standaarden heeft vanaf 50 jaar ongeveer 90% van de bevolking een risico van verhoogde bloeddruk of cholesterol. Waarom zouden we nog preventieve onderzoeken uitvoeren als we toch weten dat 90% van de mensen een risico lopen. Is het dan niet beter om meteen iedereen te behandelen? Het idee van de ‘polypil’ van Wald. Hierdoor zou 80% van de hartaanvallen kunnen voorkomen worden. De kostprijs is dan wel de medicalisering van gezondheid.”
“Vele decennia hebben we er over gedaan om de artsen hun paternalisme af te leren. Met systematische preventie voeren we dat paternalisme terug in. Een vreemd fenomeen trouwens. Wanneer de patiënt ziek is, moet hij als een autonoom zelfbeschikkend individu beschouwd worden. Op het moment dat hij nog gezond is, geldt dat plots niet meer en viert het paternalisme hoogtij. De arts zegt wat de patiënt moet doen. Hierdoor verschuift ook de verantwoordelijkheid voor de gezondheid van de patiënt van diezelfde patiënt naar de huisarts. Een nefaste evolutie”, aldus Weingarten. Hij vraagt zich ook af of er informed consent mogelijk is bij systematische preventie. “Zelfs voor artsen is het vaak moeilijk om de ingewikkelde statistische modellen te begrijpen. We kunnen dan ook niet verwachten dat de patiënt dat wel doet.”

Systematische preventie kan volgens Weingarten mogelijk leiden tot een vertrouwensbreuk tussen arts en patiënt, zegt hij in de Huisarts. “Traditioneel gaat men er van uit dat de arts steeds handelt in het belang van de patiënt. Bij systematische preventie is dat minder duidelijk. In steeds meer nationale systemen wordt het inkomen van de huisarts deels afhankelijk van doelstellingen op het vlak van preventie. Op dat moment is het niet meer alleen het belang van de patiënt dat telt, maar ook de portemonnee van de huisarts.”

Ten slotte stelt Weingarten vast dat systematische preventie erg arbeidsintensief is, zonder dat er grote resultaten geboekt worden. “Tijd en energie die beter in andere aspecten van de huisartsgeneeskunde kunnen gestoken worden. Aspecten als curatie en palliatie die duidelijk meer klinisch voordeel opleveren voor de individuele patiënt.”
11 sep 2008 09u18
zie ook rubriek