De snelheid waarmee mannen een zaadlozing krijgen, is erfelijk bepaald. De resultaten van het onderzoek verschijnen deze week in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Sexual Medicine. De onderzoekers, Marcel Waldinger (neuropsyciater) en Paddy Janssen (farmacoloog), zijn verbonden aan de Universiteit Utrecht.
serotonine blijkt bij mannen met de belangrijkste vorm van vroegtijdige zaadlozing minder actief te zijn waardoor de signaaloverdracht minder goed verloopt.
Geen psychische aandoening
Aan het onderzoek werkten mannen mee die van jongs af aan last hebben gehad van vroegtijdige zaadlozing. "Dit onderzoek geldt voor mannen die al vanaf het eerste seksuele contact steeds te vroeg klaarkomen en niet voor mannen die daar later last van krijgen", benadrukt Waldinger.
Een al eerder ontdekt gen, 5-HTTLPR, blijkt verantwoordelijk voor de hoeveelheid en activiteit van serotonine en regelt daarmee de snelheid van de zaadlozing. "Deze theorie staat haaks op de al jaren gangbare gedachte dat een vroegtijdige zaadlozing een psychische aandoening is", aldus Waldinger.
Geen psychische aandoening
Aan het onderzoek werkten mannen mee die van jongs af aan last hebben gehad van vroegtijdige zaadlozing. "Dit onderzoek geldt voor mannen die al vanaf het eerste seksuele contact steeds te vroeg klaarkomen en niet voor mannen die daar later last van krijgen", benadrukt Waldinger.
Een al eerder ontdekt gen, 5-HTTLPR, blijkt verantwoordelijk voor de hoeveelheid en activiteit van serotonine en regelt daarmee de snelheid van de zaadlozing. "Deze theorie staat haaks op de al jaren gangbare gedachte dat een vroegtijdige zaadlozing een psychische aandoening is", aldus Waldinger.
