In 2009 kunnen 3.100 gezinnen extra, dienstverlening krijgen van de gezinshulp. Dat is een uitbreiding met 4 procent. Dat zijn 622.500 uren per jaar, wat iets meer dan 400 voltijdse werkkrachten betekent, die samen zowat 3.100 gezinnen en bejaarden kunnen helpen. In de begroting 2009 is daarvoor 16 miljoen euro extra ingeschreven.
De gezinshulp is het niet-medische luik van de thuiszorg. Het medische gebeurt in beginsel door de thuisverpleging, het niet-medische door de gezinshulp.
Het gaat dan om hulp bij het wassen, verzorgen en kleden, en hulp in de huishouding.
Naast die 400 extra gezinshulpen, zouden er ook nog eens iets meer dan 100 krachten bijkomen via tewerkstellingsmaatregelen voor de groepen met weinig kansen op de arbeidsmarkt. Er zullen dus alles samen meer dan 3.100 gezinnen extra, hulp krijgen.
Er is al jaren een grote kloof tussen de vraag naar gezinshulp en het budget ervoor. Lange wachtlijsten en vaak ook het niet kunnen invullen van tijdelijke hulpvragen zijn het gevolg. Vaak krijgen gezinnen en bejaarden ook minder uren hulp dan wenselijk is.
In West-Vlaanderen is het aanbod relatief nog het grootst en is het voor gezinnen 'het minst moeilijk' om gezinshulp te krijgen. In Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant is dat het moeilijkst. Die laatste provincies krijgen dan ook meer uitbreiding.
De Vlaamse regering belooft al lang een jaarlijkse groei van 4 procent van het budget, om de achterstand in te halen. Sinds 1999 lukte het niet meer om die groei van 4 procent per jaar te realiseren. 'In 2009 voor het eerst weer wel', zegt Steven Vanackere (CD&V), Vlaams minister van Welzijn. Hij beklemtoont dat de groei de afgelopen jaren 'ook niet niets was', in deze regeerperiode zijn er alles samen 2 miljoen uren bijgekomen, zegt hij.
Agnes Bode, topvrouw van Familiehulp, de grootste speler in de gezinshulp, is erg blij met dit groeicijfer.
Het lost niet alle problemen op. Een van de problemen is: personeel vinden. Vooral op de as Antwerpen-Mechelen-Brussel is dat moeilijk. In Brussel rekruteert Familiehulp ook bij anderstaligen die dan intensieve opleidings- en taalcursussen krijgen.
Het gaat dan om hulp bij het wassen, verzorgen en kleden, en hulp in de huishouding.
Naast die 400 extra gezinshulpen, zouden er ook nog eens iets meer dan 100 krachten bijkomen via tewerkstellingsmaatregelen voor de groepen met weinig kansen op de arbeidsmarkt. Er zullen dus alles samen meer dan 3.100 gezinnen extra, hulp krijgen.
Er is al jaren een grote kloof tussen de vraag naar gezinshulp en het budget ervoor. Lange wachtlijsten en vaak ook het niet kunnen invullen van tijdelijke hulpvragen zijn het gevolg. Vaak krijgen gezinnen en bejaarden ook minder uren hulp dan wenselijk is.
In West-Vlaanderen is het aanbod relatief nog het grootst en is het voor gezinnen 'het minst moeilijk' om gezinshulp te krijgen. In Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant is dat het moeilijkst. Die laatste provincies krijgen dan ook meer uitbreiding.
De Vlaamse regering belooft al lang een jaarlijkse groei van 4 procent van het budget, om de achterstand in te halen. Sinds 1999 lukte het niet meer om die groei van 4 procent per jaar te realiseren. 'In 2009 voor het eerst weer wel', zegt Steven Vanackere (CD&V), Vlaams minister van Welzijn. Hij beklemtoont dat de groei de afgelopen jaren 'ook niet niets was', in deze regeerperiode zijn er alles samen 2 miljoen uren bijgekomen, zegt hij.
Agnes Bode, topvrouw van Familiehulp, de grootste speler in de gezinshulp, is erg blij met dit groeicijfer.
Het lost niet alle problemen op. Een van de problemen is: personeel vinden. Vooral op de as Antwerpen-Mechelen-Brussel is dat moeilijk. In Brussel rekruteert Familiehulp ook bij anderstaligen die dan intensieve opleidings- en taalcursussen krijgen.
