Nederland kent relatief veel mensen met een huidallergie in vergelijking tot andere allergische aandoeningen, zoals astma, hooikoorts en voedselallergie. Een groot deel hiervan komt door de blootstelling aan allergene stoffen uit consumentenproducten. De grootste veroorzakers zijn nikkel in sieraden en geurstoffen in cosmetica. Daarnaast kunnen ook conserveermiddelen en harssoorten allergie veroorzaken. Dat blijkt uit onderzoek van het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).
Allergische aandoeningen behoren tot de meest voorkomende chronische ziekten in Europa. In vergelijking met astma (3-5%), hooikoorts (1,5-3%) en voedselallergie (1-3%) komt huidallergie (contact dermatitis) in Nederland relatief vaak voor. Zo’n 3,7% van de Nederlandse mannen en 5,4% van de vrouwen heeft huidallergie.
Uit het onderzoek blijkt dat veel consumentenproducten, zoals cosmetica, speelgoed, kleding, textiel en geurproducten, chemische stoffen bevatten die een vorm van huidallergie zouden kunnen veroorzaken. Ook producten waarvan bekend is dat ze allergische effecten op de werkvloer veroorzaken, zoals was- en reinigingsmiddelen, doe-het-zelfproducten en haarverf, worden vaak door consumenten gebruikt.
De wet- en regelgeving richt zich op een verbod op het gebruik van bepaalde allergene stoffen en het vermelden van een stof op het etiket. Dit om te voorkomen dat mensen allergisch worden of allergische reacties krijgen. Op dit moment kunnen in de meeste gevallen nog geen veilige concentratiegrenzen worden aangegeven waaronder allergene stoffen geen reacties veroorzaken. In de toekomst zal dit wel mogelijk zijn, mits er voldoende gegevens aanwezig zijn over met name de blootstelling aan deze allergenen. Dit zou een nog betere bescherming tegen het ontstaan van huidallergie mogelijk maken, waardoor het aantal huidallergieën kan worden teruggebracht.
Het is belangrijk dat de kennis over producten en ingrediënten die kunnen leiden tot allergie wordt uitgebouwd. Het RIVM is daarom in opdracht van de VWA een meerjarig onderzoeksprogramma gestart.
Toezicht door de VWA
De VWA geeft al enkele jaren prioriteit aan het toezicht op de naleving van de verboden, limieten en etiketteringseisen voor allergene stoffen. De uitkomst van het onderzoek laat zien dat de VWA de productgroepen waarin deze stoffen zitten goed in beeld heeft. Het huidige toezicht richt zich op allergene stoffen die aanwezig kunnen zijn in consumentenproducten zoals sierraden, cosmetica, textiel en was- en reinigingsmiddelen.
Door het handhaven van regelgeving draagt de VWA eraan bij dat consumenten niet in contact komen met stoffen die verboden zijn. Voor stoffen met vastgestelde limieten houdt de VWA toezicht op de verplichte etikettering zodat consumenten kunnen zijn geïnformeerd. Het onderzoek bevestigt het belang van dit toezicht door de VWA bij de bescherming van consumenten.
Uit het onderzoek blijkt dat veel consumentenproducten, zoals cosmetica, speelgoed, kleding, textiel en geurproducten, chemische stoffen bevatten die een vorm van huidallergie zouden kunnen veroorzaken. Ook producten waarvan bekend is dat ze allergische effecten op de werkvloer veroorzaken, zoals was- en reinigingsmiddelen, doe-het-zelfproducten en haarverf, worden vaak door consumenten gebruikt.
De wet- en regelgeving richt zich op een verbod op het gebruik van bepaalde allergene stoffen en het vermelden van een stof op het etiket. Dit om te voorkomen dat mensen allergisch worden of allergische reacties krijgen. Op dit moment kunnen in de meeste gevallen nog geen veilige concentratiegrenzen worden aangegeven waaronder allergene stoffen geen reacties veroorzaken. In de toekomst zal dit wel mogelijk zijn, mits er voldoende gegevens aanwezig zijn over met name de blootstelling aan deze allergenen. Dit zou een nog betere bescherming tegen het ontstaan van huidallergie mogelijk maken, waardoor het aantal huidallergieën kan worden teruggebracht.
Het is belangrijk dat de kennis over producten en ingrediënten die kunnen leiden tot allergie wordt uitgebouwd. Het RIVM is daarom in opdracht van de VWA een meerjarig onderzoeksprogramma gestart.
Toezicht door de VWA
De VWA geeft al enkele jaren prioriteit aan het toezicht op de naleving van de verboden, limieten en etiketteringseisen voor allergene stoffen. De uitkomst van het onderzoek laat zien dat de VWA de productgroepen waarin deze stoffen zitten goed in beeld heeft. Het huidige toezicht richt zich op allergene stoffen die aanwezig kunnen zijn in consumentenproducten zoals sierraden, cosmetica, textiel en was- en reinigingsmiddelen.
Door het handhaven van regelgeving draagt de VWA eraan bij dat consumenten niet in contact komen met stoffen die verboden zijn. Voor stoffen met vastgestelde limieten houdt de VWA toezicht op de verplichte etikettering zodat consumenten kunnen zijn geïnformeerd. Het onderzoek bevestigt het belang van dit toezicht door de VWA bij de bescherming van consumenten.