Hoogbegaafd, maar heel gewoontjes

Dennis Verschoor (31) voelt zich herboren. Sinds drie jaar weet hij dat hij hoogbegaafd is. De technicus bij een installatiebedrijf ontdekte dat na een test bij een loopbaanadviescentrum. ,,Ik was heel verbaasd, ik had niet zo’n hoge dunk van mezelf, zeker in die tijd niet,’’ vertelt hij.
,,Het is een gevoel van thuiskomen, zo omschrijft hij het. ,,Je hebt al die jaren helemaal geen referentiekader. Het is alsof je schoenmaat 46 hebt, maar omdat iedereen in maat 43 loopt, doe jij dat ook. Ondertussen denk je: ‘Die pijn in mijn tenen zal er wel bijhoren’.’’

Dennis functioneerde slecht in zijn werk bij zijn vorige werkgever en was - met behoud van salaris - vier stappen teruggeplaatst, in de functie van assistent-onderhoudsmonteur.

Daar bovenop kreeg hij last van versleten knieën en kwam hij binnen te zitten met administratief werk. Het resultaat van de intelligentietest gaf een opgelucht gevoel. ,,Ik dacht: nu weet ik eindelijk waar het aan ligt. Hoewel het de vraag opriep van: wat nu?’’

Dennis werd als jongetje vreselijk gepest. Hij voldeed, zoals hij het zelf verwoordt, ‘sterk aan het stereotype beeld van een nerd’.

Ondanks een bijzonder hoge Cito-score kreeg hij van zijn basisschool mavo-advies, omdat hij zich volgens zijn school niet kon concentreren. ,,Je gaat je jeugd anders bekijken, maar ik kijk er niet met wrok op terug. Mijn ouders voelen zich schuldig, maar ik verwijt hen niets. Ze kónden het niet weten.’’ Om na een korte pauze te vervolgen: ,,Ik ben blij dat ik het nu weet, vooral voor mijn kinderen. Hoogbegaafdheid kan erfelijk zijn.’’

Dennis werkt nu bij een ander installatiebureau dat hem alle kansen geeft. Zoals de hbo-opleiding technische bedrijfskunde. ,,Het moet je gegund worden om jezelf te ontplooien. Zonder mijn huidige baas zou ik niet zo ver zijn gekomen als ik nu ben.’’

Hoe kan het dat iemand, die tot de 2 procent intelligentsten behoort, niet automatisch veel bereikt. Leidt hoogbegaafdheid niet vanzelf tot een topfunctie?

Voor buitenstaanders valt die combinatie van hoogbegaafdheid en onderpresteren vaak niet te begrijpen. Veelvoorkomende vraag uit de directe omgeving: ‘Waarom ben je dan geen professor geworden?’.

Maar zo werkt het niet. Hoge intelligentie kan voor sommigen, paradoxaal genoeg, heel wat problemen opleveren, zegt Maud Kooijman, psychotherapeut en verbonden aan Mensa, de vereniging voor hoogbegaafden. Zij heeft van hoogbegaafdheid haar specialisme gemaakt. ,,De mensen waar we het over hebben, kampen vaak met onzekerheid en hebben nooit geleerd hóe ze moeten leren. Ze presteren vaak slechter dan ze volgens hun capaciteiten zouden moeten kunnen. Vaak zijn ze ook niet zo goed in samenwerken.’’

Een minderwaardigheidscomplex komt ook vaak voor bij hoogbegaafden, zegt de onderzoekster. ,,Dat komt dan doordat ze zijn gepest of doordat ze nooit werden begrepen. Ze denken dat ze dom zijn of niet sporen. Of ze stellen veel te hoge eisen aan zichzelf en krijgen het gevoel chronisch tekort te schieten. Dat maakt dat depressie bij deze mensen relatief vaak voorkomt.’’

De schatting is dat een derde van de ongeveer 250 duizend volwassen hoogbegaafden in Nederland regelmatig psychische problemen heeft. ,,Deze groep kan in het ergste geval doorschieten en in de marge van de samenleving terechtkomen.’’

Kooijman, die zelf tien jaar heeft gewerkt in een grote ggz-instelling, ziet een groep die verpietert: ,,Naar mijn idee belanden relatief veel hoogintelligente mensen in de psychiatrie, meer dan de 2 procent die je zou verwachten. Als je ‘anders’ bent, is het begrijpelijk dat je het moeilijk kunt krijgen. Maar veel hoogbegaafden worden in de ggz niet als zodanig herkend en begeleid.’’

Ria van der Velde was 38 jaar toen ze plotseling het stempel ‘zeer begaafd’ kreeg. Of beter gezegd: ze was al 38 jaar hoogbegaafd, en kreeg het toen pas te horen.

Ria, nu 50 jaar, kon eigenlijk niets met die boodschap. ,,Ik had mezelf nooit zo gezien. Ik zat er niet op te wachten, wist niet wat ik er mee aan moest. Ik was met heel andere dingen bezig. Ik zat in een conflict met mijn werkgever, ik had een klein kind thuis. En plots kreeg ik die mededeling, nadat mijn werkgever mij had laten testen of ik wel geschikt was voor mijn baan.’’

Tegelijkertijd vielen een heleboel zaken uit haar leven op hun plaats. ,,Ik ben positief ingesteld en kijk liever vooruit, maar na die test heb ik mijn jeugd nog eens de revue laten passeren. Ik heb me altijd een vreemde gevoeld ten opzichte van mijn omgeving. Ik was eenzaam en had weinig tot geen speelkameraadjes. Mijn ouders waren ongeschoold en we woonden op een boerderij. Dat was heerlijk met de dieren om me heen, maar bij ons thuis was geen sprake van een stimulerende, intellectuele omgeving.’’

Ria heeft dat eenzame gevoel altijd verklaard door het feit dat ze enig meisje is tussen zes broers. ,,Op school vonden docenten mij ongeïnteresseerd. Hadden ze maar geweten dat het geen desinteresse was, maar verveling.

Met dat inzicht had mijn leven een heel ander verloop gekregen. Nu ben ik na de havo meteen gaan werken. Uiteindelijk werd ik applicatiebeheerder in een ziekenhuis.’’

Maud Kooijman van Mensa vindt dat er meer aandacht moet komen voor volwassen hoogbegaafden. ,,Onlangs heeft staatssecretaris Dijksma (Onderwijs) aangekondigd 10 miljoen extra te investeren in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Ik zou graag zien dat een dergelijke investering er ook komt voor volwassenen.’’

Hoogbegaafden kunnen zich nu wenden tot Mensa dat ruim 3000 leden telt. Om lid te worden van deze vereniging moeten mensen op één van meerdere IQ-tests bij de bovenste 2 procent van de bevolking scoren. Voor Ria van der Velde, die op één test een IQ van 164 scoorde, was de eerste ledenborrel ‘enorm bevrijdend’. ,,Ik ervoer hoe het voelt om ongeremd te zijn. Ik kon gesprekken voeren op hetzelfde intellectuele niveau. Ik voelde me eindelijk begrepen.’’
20 okt 2008 09u07
zie ook rubriek