In een open brief gepubliceerd in het medische weekblad de Huisarts van morgen protesteren Frans- en Nederlandstalige huisartsenverenigingen, syndicaten en universitaire vakgroepen huisartsgeneeskunde tegen de invoering van een driejaarlijkse preventieraadpleging in het kader van het nationaal kankerplan. Minister van sociale Zaken Laurette Onkelinx wil zo’n raadpleging invoeren. De organisaties vinden dat “een ongeschikte, wetenschappelijk niet te verantwoorden maatregel.” Hieronder vindt u de open brief integraal.
Op 24 oktober 2008 kwamen diverse huisartsenverenigingen samen op het kabinet van Minister onkelinx om van gedachten te wisselen over de preventieraadpleging in het kader van het aangekondigde Nationale Kankerplan. De ondertekenende verenigingen, die deelnamen aan deze bijeenkomst, nemen in dit verband de volgende gemeenschappelijke standpunten in:
1. Zij verheugen zich over het belang dat Minister onkelinx wil toekennen aan preventie, aan de centrale rol van de huisarts, en aan de noodzakelijke link met het Globaal Medisch dossier (GMD).
2. Zij vinden de voorgestelde driejaarlijkse preventieraadpleging een ongeschikte maatregel die niet wetenschappelijk te verantwoorden is.
3. Zij verkiezen integendeel maatregelen die zowel de GMD-houdende huisartspraktijk als de patiënt ondersteunen tot een permanente preventieve attitude.
4. Zij dringen erop aan dat dergelijke initiatieven alle sociale klassen van de samenleving bereiken. remgelden zijn niet te verenigen met een aan te sporen gedrag. Patiënten die het preventieve parcours volgen moeten vrijgesteld worden van remgeld (GMD+).
5. Zij ondersteunen de verplichte preventiemodule in het Elektronisch Medisch dossier (EMD).
6. Zoals de minister ook voorstelt, staan zij achter de centrale rol van de huisarts. Hiervoor zijn de volgende randvoorwaarden noodzakelijk:
De preventieve doelstellingen moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn, precies omschreven, en beantwoorden aan een maatschappelijke noodzaak;
Een bijzondere inspanning is vereist om het GMD in alle regio’s maximaal te implementeren;
De opening van een GMD moet vergemakkelijkt worden door het afschaffen van alle financiële en administratieve drempels;
Er mag geen twijfel bestaan over de GMD-link tussen de huisartspraktijk en de patiënt. Het openen van een GMD houdt zowel voor de huisarts als voor de patiënt een engagement in dat jaarlijks stilzwijgend verlengd wordt, zonder bijkomende administratie en met betalingsgarantie van het GMD-forfait tijdens het eerste kwartaal van een nieuw kalenderjaar;
De huisartsenkringen hebben een ondersteunende en coördinerende rol;
Preventie behoort tot het takenpakket van de 1ste lijn. Indien preventie toch in de 2de of 3de lijn zou gebeuren, dan moeten de resultaten alleszins geïntegreerd worden in het GMD van de huisarts.
asgb: Reinier Hueting, Paul Putzeys
Dép. Universitaire de Médecine Générale ULB: Michel Roland
Dép. Universitaire de Médecine générale Université de Liège: Didier Giet, Marc Franckh
domus medica: Jos De Smedt
Fédération des Maisons Médicales: Isabelle Heymans
GBO: Paul Vollemaere
SVH: Rufij Baeke, Leo Geudens
Vakgroep Huisartsgeneeskunde UA: Johan Wens, Patrick Wyffels
Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnszorg Universiteit Gent: Jan De Maeseneer
Bovendien wordt dit standpunt ondersteund door:
Prof. Marc Vanmeerbeek, Dép. Universitaire de Médecine générale Université de Liège
Anne Gillet, GBO
Jan de Lepeleire, KU Leuven, Dep. Huisartsgeneeskunde
Bert Aertgeerts, KU Leuven, Dep. Huisartsgeneeskunde
Jean Laperche en Dominique Pestiaux - CAMG - UCL
1. Zij verheugen zich over het belang dat Minister onkelinx wil toekennen aan preventie, aan de centrale rol van de huisarts, en aan de noodzakelijke link met het Globaal Medisch dossier (GMD).
2. Zij vinden de voorgestelde driejaarlijkse preventieraadpleging een ongeschikte maatregel die niet wetenschappelijk te verantwoorden is.
3. Zij verkiezen integendeel maatregelen die zowel de GMD-houdende huisartspraktijk als de patiënt ondersteunen tot een permanente preventieve attitude.
4. Zij dringen erop aan dat dergelijke initiatieven alle sociale klassen van de samenleving bereiken. remgelden zijn niet te verenigen met een aan te sporen gedrag. Patiënten die het preventieve parcours volgen moeten vrijgesteld worden van remgeld (GMD+).
5. Zij ondersteunen de verplichte preventiemodule in het Elektronisch Medisch dossier (EMD).
6. Zoals de minister ook voorstelt, staan zij achter de centrale rol van de huisarts. Hiervoor zijn de volgende randvoorwaarden noodzakelijk:
De preventieve doelstellingen moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn, precies omschreven, en beantwoorden aan een maatschappelijke noodzaak;
Een bijzondere inspanning is vereist om het GMD in alle regio’s maximaal te implementeren;
De opening van een GMD moet vergemakkelijkt worden door het afschaffen van alle financiële en administratieve drempels;
Er mag geen twijfel bestaan over de GMD-link tussen de huisartspraktijk en de patiënt. Het openen van een GMD houdt zowel voor de huisarts als voor de patiënt een engagement in dat jaarlijks stilzwijgend verlengd wordt, zonder bijkomende administratie en met betalingsgarantie van het GMD-forfait tijdens het eerste kwartaal van een nieuw kalenderjaar;
De huisartsenkringen hebben een ondersteunende en coördinerende rol;
Preventie behoort tot het takenpakket van de 1ste lijn. Indien preventie toch in de 2de of 3de lijn zou gebeuren, dan moeten de resultaten alleszins geïntegreerd worden in het GMD van de huisarts.
asgb: Reinier Hueting, Paul Putzeys
Dép. Universitaire de Médecine Générale ULB: Michel Roland
Dép. Universitaire de Médecine générale Université de Liège: Didier Giet, Marc Franckh
domus medica: Jos De Smedt
Fédération des Maisons Médicales: Isabelle Heymans
GBO: Paul Vollemaere
SVH: Rufij Baeke, Leo Geudens
Vakgroep Huisartsgeneeskunde UA: Johan Wens, Patrick Wyffels
Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnszorg Universiteit Gent: Jan De Maeseneer
Bovendien wordt dit standpunt ondersteund door:
Prof. Marc Vanmeerbeek, Dép. Universitaire de Médecine générale Université de Liège
Anne Gillet, GBO
Jan de Lepeleire, KU Leuven, Dep. Huisartsgeneeskunde
Bert Aertgeerts, KU Leuven, Dep. Huisartsgeneeskunde
Jean Laperche en Dominique Pestiaux - CAMG - UCL
