Een op drie mensen met tinnitus is down

Volgens het onderzoek (UMCG) zijn opmerkelijk veel patiënten met oorsuizingen terneergeslagen en negatief. Van de 265 onderzochte patiënten hadden er 94 last van een dergelijke 'type D'-persoonlijkheid. Angst en depressiviteit versterken het effect van oorsuizen. Ruim een op de drie mensen die last hebben van oorsuizen heeft een negatieve kijk op het leven en vertoont terugtrekkingsgedrag. Patiënten met 'tinitus' zouden gevoelens vaak niet met anderen durven te delen en daardoor weinig sociale steun ervaren. De aandoening komt voor bij 10-30 percent van de bevolking en manifesteert zich vooral bij mensen tussen de 40 en 60 jaar.
Wat is de oorzaak van oorsuizen
Ongeveer 10-15% van onze samenleving heeft last van oorsuizen, ook wel tinnitus genoemd. De mate van ervaren klachten verschilt per persoon, maar over het algemeen voelt 4-5% van onze samenleving zich ernstig door tinnitus beperkt. Concentratieproblemen, slapeloosheid, gevoelens van angst en depressie worden vaak aan de tinnituslasten gerelateerd en leiden tot een duidelijke afname van de kwaliteit van leven.

Ondanks jarenlang onderzoek is er tot op heden weinig bekend over het ontstaansmechanisme en de behandeling van tinnitus. Sinds de komst van beeldvormende technieken (zoals een functionele mri en een PET-scan) is men in staat de aan ziekte en symptoom gerelateerde hersenactiviteit objectief vast te stellen. De hersenen blijken dynamisch te reageren op een veranderde situatie vanuit het lichaam, als aanpassingsmechanisme of in reactie op schade of ziekteprocessen.

Bij mensen met tinnitus is eveneens een verhoogde hersenactiviteit vastgesteld, zelfs in hersengebieden die normaliter niet bij het gehoor betrokken zijn. Voordat tinnitus ontstaat is er vaak schade opgetreden in of rond het gehoororgaan. Het gehoororgaan kan beschadigd raken door bijvoorbeeld lawaaischade, ooroperaties, chronische ontstekingen of horende bij het ouder worden.

Ook afwijkingen in het kaakgewricht of in de nekwervels zijn beschreven als beginprobleem voor het ontstaan van tinnitus. Als gevolg daarvan krijgt het oor geen, onvoldoende of verstoorde geluidsprikkels, hetgeen effect heeft op bijbehorende hersendelen. In reactie daarop is de directe aansturing van deze hersendelen verstoord, met als gevolg een reorganisatie van deze auditieve hersendelen. Deze reorganisatie leidt tot het overactief worden van deze hersendelen, waardoor zij uit zichzelf allerlei signalen gaan uitzenden. Dit wordt als tinnitus waargenomen.

Samengevat betekent dit dat tinnitus in het grootste deel van de gevallen op hersenniveau in het zenuwstelsel wordt gegenereerd.
20 nov 2008 09u29
zie ook rubriek