Mondpiercings tasten de tanden aan

Geschat wordt dat zo'n 10 tot 20 procent van de 15- tot 25-jarigen een mondpiercing draagt, en dat aantal neemt toe. Voor deze rage, die dezelfde oorsprong heeft als de tatoeagegekte, bestaan minstens 2 verklaringen: het verlangen om zich af te zetten tegen de maatschappij en de behoefte om tot een bepaalde groep te behoren. Maar piercings zijn minder onschuldig dan ze lijken.
In de mond komen van nature veel bacteriën voor. Hoe zorgvuldig en hygiënisch er bij het aanbrengen van een piercing ook te werk wordt gegaan, het risico op complicaties, zoals ontstekingen, bloedingen en het kwetsen van zenuwen, is reëel.

mondpiercings kunnen de tanden beschadigen als gevolg van het constante getik. De aantasting van het glazuur kan cariës in de hand werken en leiden tot overgevoeligheid voor omgevingsprikkels als kou, warmte en zure etenswaren. Ook het tandvlees kan te lijden hebben onder de voortdurende aanraking van de sluiting.

Mondpiercings moeten bij het maken van röntgenfoto's van de mond soms worden uitgedaan. Bij een lokale mondverdoving zal de tandarts van geval tot geval bepalen of de tongpiercing mag blijven zitten. Als de tong en de lippen worden verdoofd, bestaat er een verhoogde kans op letsel doordat de patiënt de controle over zijn kaken, tong, wangen en lippen verliest.

Mondpiercings zijn sterk te ontraden voor mensen die onder corticoïdebehandeling staan of lijden aan diabetes, nierinsufficiëntie, een hartklepafwijking of een auto-immuunziekte.
03 dec 2008 09u08
Bron: BodyTalk
zie ook rubriek