Meisjes met een hogere lichaamslengte bij de geboorte hebben een toegenomen risico van borstkanker. Een toename van 500 gram geboortegewicht ging bv. gepaard met 6% meer risico. Ter vergelijking: één glas wijn per dag doet het risico op borstkanker met 7% stijgen. Dat alles blijkt uit een grootschalig onderzoek. Een bericht in het medische weekblad de Huisarts.
Tot dusver waren onderzoeksresultaten over het verband tussen de afmetingen bij de geboorte en het risico van borstkanker tegenstrijdig. Maar toen ging een team Britse epidemiologen aan de slag. Aan de hand van kwaliteitscriteria selecteerden ze 32 studies en deden die in zekere zin over, omdat ze de gegevens over de patiënten opnieuw in kaart brachten. Op die manier kregen ze zicht op 22.000 gevallen van borstkanker en een controlegroep van 600.000 vrouwen zonder deze aandoening, aldus de huisarts.
De resultaten wezen uit dat het risico van borstkanker op volwassen leeftijd rechtstreeks gecorreleerd was met drie neonatale parameters: de lichaamslengte, het lichaamsgewicht en de schedelomtrek. Dit bleek na correctie voor andere, welbekende risicofactoren voor borstkanker, met inbegrip van de volwassen bmi en lichaamslengte. Een toename van 500 g in geboortegewicht ging gepaard met 6% toename van het risico; voor twee centimeter lichaamslengte meer nam het risico met 9% toe. Dit is niet onbelangrijk als men bijvoorbeeld overweegt dat 10 g alcohol (ongeveer 1 glas wijn) per dag het risico met 7% doet stijgen. Vastgesteld werd ook dat de lichaamslengte ten opzichte van het lichaamsgewicht en de schedelomtrek de sterkere voorspeller was, dixit de huisarts
Deze vaststellingen zijn compatibel met epidemiologische gegevens over borstkanker. In het Westen is borstkanker verschillende malen frequenter dan bij Chinese en Japanse vrouwen die in Azië wonen. Maar bij Aziatische vrouwen die naar het Westen uitwijken, verdwijnt het verschil met Westerse vrouwen. In China hebben kinderen een lager geboortegewicht dan bij ons. als Chinese vrouwen naar het Westen komen wonen, stijgen hun energieopname en het geboortegewicht van hun kinderen, stelt de Huisarts.
Hoe de correlatie tussen de geboortematen en het risico van borstkanker tot stand komt, is niet met zekerheid geweten. In het verleden is al aangetoond dat de geboortematen gecorreleerd zijn met verschillende hormonale factoren bij de moeder, zoals oestriol, insulin-like growth factors, leptine en adiponectine. Deze factoren zouden de genexpressie bij de baby zodanig kunnen beïnvloeden dat cellen gevoeliger worden voor de invloed van kankerbevorderende factoren in het latere leven. Hierbij moet opgemerkt dat de borstklier weefsel is dat, in vergelijking met andere weefsels, tijdens het leven aanzienlijke veranderingen ondergaat: tijdens het foetale leven is het ver van af. Mogelijk is het daardoor bijzonder gevoelig voor prenatale factoren.
Deze gegevens bieden niet meteen een aanknopingspunt om de epidemiologie van borstkanker in de toekomst te gaan beïnvloeden, meent de Huisarts. Zelfs als men op het geboortegewicht kon ingrijpen, dan zou er zich nog een probleem stellen: het cardiovasculaire risico is namelijk omgekeerd evenredig met het geboortegewicht. We zouden op cardiovasculair vlak verlies lijden als we op vlak van borstkanker winst boeken. Maar mogelijk hebben de Britse onderzoekers ons weer een stap dichter gebracht bij het ontrafelen van de ontstaansmechanismen van borstkanker.
Bronnen:
PLoS Medicine 2008;doi:10.1371/journal.pmed.0050194.
Plos Medicine 2008;doi:10.1371/journal.pmed.0050193.
De resultaten wezen uit dat het risico van borstkanker op volwassen leeftijd rechtstreeks gecorreleerd was met drie neonatale parameters: de lichaamslengte, het lichaamsgewicht en de schedelomtrek. Dit bleek na correctie voor andere, welbekende risicofactoren voor borstkanker, met inbegrip van de volwassen bmi en lichaamslengte. Een toename van 500 g in geboortegewicht ging gepaard met 6% toename van het risico; voor twee centimeter lichaamslengte meer nam het risico met 9% toe. Dit is niet onbelangrijk als men bijvoorbeeld overweegt dat 10 g alcohol (ongeveer 1 glas wijn) per dag het risico met 7% doet stijgen. Vastgesteld werd ook dat de lichaamslengte ten opzichte van het lichaamsgewicht en de schedelomtrek de sterkere voorspeller was, dixit de huisarts
Deze vaststellingen zijn compatibel met epidemiologische gegevens over borstkanker. In het Westen is borstkanker verschillende malen frequenter dan bij Chinese en Japanse vrouwen die in Azië wonen. Maar bij Aziatische vrouwen die naar het Westen uitwijken, verdwijnt het verschil met Westerse vrouwen. In China hebben kinderen een lager geboortegewicht dan bij ons. als Chinese vrouwen naar het Westen komen wonen, stijgen hun energieopname en het geboortegewicht van hun kinderen, stelt de Huisarts.
Hoe de correlatie tussen de geboortematen en het risico van borstkanker tot stand komt, is niet met zekerheid geweten. In het verleden is al aangetoond dat de geboortematen gecorreleerd zijn met verschillende hormonale factoren bij de moeder, zoals oestriol, insulin-like growth factors, leptine en adiponectine. Deze factoren zouden de genexpressie bij de baby zodanig kunnen beïnvloeden dat cellen gevoeliger worden voor de invloed van kankerbevorderende factoren in het latere leven. Hierbij moet opgemerkt dat de borstklier weefsel is dat, in vergelijking met andere weefsels, tijdens het leven aanzienlijke veranderingen ondergaat: tijdens het foetale leven is het ver van af. Mogelijk is het daardoor bijzonder gevoelig voor prenatale factoren.
Deze gegevens bieden niet meteen een aanknopingspunt om de epidemiologie van borstkanker in de toekomst te gaan beïnvloeden, meent de Huisarts. Zelfs als men op het geboortegewicht kon ingrijpen, dan zou er zich nog een probleem stellen: het cardiovasculaire risico is namelijk omgekeerd evenredig met het geboortegewicht. We zouden op cardiovasculair vlak verlies lijden als we op vlak van borstkanker winst boeken. Maar mogelijk hebben de Britse onderzoekers ons weer een stap dichter gebracht bij het ontrafelen van de ontstaansmechanismen van borstkanker.
Bronnen:
PLoS Medicine 2008;doi:10.1371/journal.pmed.0050194.
Plos Medicine 2008;doi:10.1371/journal.pmed.0050193.
