Drempelwaarden voor kosteneffectiviteit in de gezondheidszorg

In zijn honderdste rapport geeft het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) een snelcursus gezondheidseconomie. Het rapport wil beleidsmakers in de gezondheidszorg informeren over het gebruik, de relevantie en de valkuilen van economische evaluaties bij het nemen van beslissingen. Het KCE hoopt met dit methodologisch rapport moeilijke economische concepten en onderzoeksresultaten toegankelijker te maken voor niet-economisten.
Het budget voor de gezondheidszorg is beperkt. Daarom moet de overheid beslissingen nemen over de verdeling van de financiële middelen over talrijke mogelijke medische interventies. Eén van de elementen die kunnen helpen bij deze moeilijke en delicate keuze is een kosteneffectiviteitsanalyse. De analyse drukt de voordelen van een behandeling uit in ‘gewonnen levensjaren’ of in ‘gewonnen gezonde levensjaren’ voor patiënten. Wanneer een behandeling minder kost en meer voordelen oplevert voor de patiënten dan de huidige standaardpraktijk ligt de beslissing voor de hand. Maar vaak verbetert een behandeling de gezondheid, maar kost ze ook meer dan de klassieke behandeling. In dat geval stelt zich de hamvraag: hoeveel mag een bijkomend (gezond) levensjaar kosten?

Het is onduidelijk hoe Belgische beleidsmakers met informatie over kosteneffectiviteit omgaan. Er is in België geen bedrag (‘drempelwaarde’) vastgelegd waarop men zich baseert om te bepalen wanneer een interventie te duur is in verhouding tot de behaalde gezondheidswinst. Het Verenigd Koninkrijk gebruikt momenteel wel drempelwaarden voor de kost per gewonnen gezond levensjaar. Wanneer de kost per gewonnen gezond levensjaar lager is dan £20 000, wordt de terugbetaling van de interventie zelden in vraag gesteld. Tussen £20 000 en £30 000 moeten er bijkomende argumenten zijn voor een terugbetaling en boven de £30 000 moeten er zeer sterke argumenten worden aangehaald.

Moet België evolueren naar een gelijkaardig systeem? Het KCE onderzocht in welke mate drempelwaarden kunnen worden toegepast in België. De conclusie van de KCE studie is dat een unieke drempelwaarde niet verdedigbaar is. Zo is één van de basisvoorwaarden voor een unieke drempelwaarde dat het streven naar maximale gezondheid de enige doelstelling is van de beleidsmakers. Dit strookt niet met de realiteit, zoals blijkt uit interviews met beleidsmakers. Onder andere billijkheid, de ernst van de aandoening en het al dan niet bestaan van een alternatieve behandeling zijn evenzeer bepalend voor de beslissing tot terugbetaling.

Toch benadrukt het KCE dat economische overwegingen belangrijk en ethisch noodzakelijk blijven bij dergelijke beslissingen. Het besteden van middelen aan één gezondheidszorgprogramma vermindert immers de beschikbare middelen voor andere programma’s. Daarnaast pleit het KCE voor meer transparantie in kosteneffectiviteitsstudies en bij de criteria die de beleidsmakers gebruiken voor het nemen van hun beslissingen. Eén van die criteria zou alleszins economische efficiëntie moeten zijn.
15 jan 2009 10u37
Bron: KCE
meer over
zie ook rubriek