Weinig kennis over gevaar nanodeeltjes in voeding

Nanodeeltjes komen al decennia lang voor in voeding. Maar waar komen ze uiteindelijk terecht? Volgens Hans Bouwmeester weten we nog niet in hoeverre ze door de mens worden opgenomen, en hoe schadelijk ze zijn. RIKILT van Wageningen UR gaat een meetmethode ontwikkelen.
Door hun maat kunnen nanodeeltjes makkelijk cellen binnendringen. Ook hebben ze een relatief groot oppervlak, wat ze erg reactief maakt. Dr. Frans Kampers, coördinator Bionanotechnologie bij het laboratorium voor Organische chemie, schetst een beeld van de grote rol die nanodeeltjes in het dagelijks leven spelen. ‘Al decennia worden ze gebruikt als drager voor vitamines en als antiklontermiddel in koffiepoeder. Nanozilver zit in verpakkingsmateriaal en heeft een antibacteriële werking. De meeste deeltjes zijn chemisch gezien niet toxisch. Toch kunnen ze blijven bestaan, eventueel een cel binnendringen en misschien zelfs dna-mutaties veroorzaken. Koolstofnanodeeltjes bijvoorbeeld kunnen bij ratten door de bloed-hersenbarrière. Dan komen de deeltjes in de hersenen terecht, waarschijnlijk via de neus. Voor zover we kunnen zien richten ze daar geen schade aan. Wat interessant is, is dat het heel moeilijk is om iets in de hersenen terecht te laten komen. Nanodeeltjes kunnen zo de basis zijn voor nieuwe medicijnen.’

Het RIKILT is een van de vele onderzoeksinstellingen in de wereld die een deel van de vragen rond nanotechnologie proberen te beantwoorden. Dr. Hans Bouwmeester bestudeert er de risico’s van nanodeeltjes in voedingsmiddelen. Hij publiceerde deze week een online artikel in Regulatory Toxicology and Pharmacology. Samen met onderzoekers van het RIVM zet hij daarin vooral uiteen waar de gaten in kennis zitten.

lees meer
19 jan 2009 09u30
zie ook rubriek