Doctoraatsstudie brengt partnergeweld in Vlaanderen in kaart

Een op tien vrouwen wordt ooit geconfronteerd met partnergeweld. De grote meerderheid van de slachtoffers meldt zich echter niet spontaan bij zorgverstrekkers. Nochtans heeft partnergeweld een enorme impact op de gezondheid van de vrouw en haar kinderen.
Veel Vlaamse gynaecologen onderschatten het probleem van het voorkomen van geweld' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>partnergeweld, en staan open voor opleiding en richtlijnen om dit probleem beter aan te pakken.

Dit blijkt uit het doctoraatsonderzoek rond partnergeweld door dr. Kristien Roelens van de vakgroep Uro-gynaecologie, onder leiding van prof. Marleen Temmerman. Zij onderzocht via schriftelijke vragenlijsten aan Oost-Vlaamse zwangere vrouwen en Vlaamse gynaecologen het probleem van partnergeweld. Tevens werd een protocol ontwikkeld om slachtoffers van acuut geweld te kunnen opvangen. Dit protocol wordt momenteel reeds toegepast in het UZ Gent.

Een onderschat probleem
Uit de studie blijkt dat één op tien vrouwen (10,1%) ooit geconfronteerd wordt met partnergeweld. Bij één op dertig vrouwen (3,4%) deed het geweld zich voor tijdens de zwangerschap en/of in het jaar vóór de zwangerschap. In overeenstemming met internationale data blijkt partnergeweld dus ook in onze samenleving een bijzonder frequente bedreiging.

Uit het onderzoek blijkt tevens dat Vlaamse vrouwen zelden spontaan spreken over het partnergeweld Nochtans bestaan in onze maatschappij zeer toegankelijke gezondheidsdiensten en –werkers, maar gezien het taboe rustend op partnergeweld gaan deze vrouwen zelden op zoek naar hulp, ondanks de enorme schade aangericht door partnergeweld.

Een essentieel kenmerk van partnergeweld is dat de meeste slachtoffers zich niet aanbieden met herkenbare symptomen en tekens, maar eerder met een grote variëteit van vage en niet-specifieke symptomen, of zelfs zonder één enkel teken. Door middel van adequate screening door gezondheidswerkers zou de opsporing van slachtoffers van partnergeweld kunnen verbeteren. In de screening voor partnergeweld is een belangrijke taak weggelegd voor huisartsen en gynaecologen.

Screening door huisarts en gynaecoloog
Uit een “Kennis- Attitude- Praktijk” studie, d.m.v. schriftelijke vragenlijsten aan gynaecologen in Vlaanderen bleek dat gynaecologen zich niet kunnen vinden in een routine screeningpolitiek. Zij onderschatten het voorkomen van partnergeweld , vinden zelf dat zij onvoldoende competent zijn om met het probleem om te gaan en slachtoffers adequaat door te verwijzen, hebben een gebrek aan tijd en vrezen om de betrokken patiënten te beledigen. Aan de andere kant zien gynaecologen dat er nood is aan een degelijke opleiding rond dit probleem. Het lijkt aldus dat de meeste barrières tegen screening kunnen overwonnen worden door een goede training van gynaecologen rond geweld, samen met aangepaste screeningsinstrumenten en formele doorverwijsmogelijkheden.

In de lijn van het Nationaal Actie Plan ter bestrijding van partnergeweld is het aan de gezondheidswerkers, en dus ook aan de gynaecologen, om richtlijnen uit te schrijven rond partnergeweld zodat dit belangrijke publiek gezondheidsprobleem kan aangepakt worden.
22 jan 2009 09u12
Bron: UGent.be