"Weer kunnen slapen is openbaring"

Ongeveer een miljoen Belgen heeft last van slaapstoornissen. "Wie slecht slaapt, krijgt na een tijdje last van andere kwalen en loopt er vaak slechtgezind bij", zegt professor Johan Verbraecken. "Dat heeft dan weer zijn gevolgen voor het familiale, sociale en professionele leven van de patiënt."

In 1982 opende het slaapcentrum van het UZA zijn deuren. Het was meteen het eerste in Vlaanderen. "Het begon met vier bedden en nu zitten we aan veertien", vertelt Johan Verbraecken. "Daarmee zijn we het grootste centrum van België en binnen het UZA procentueel de snelst groeiende afdeling. We zijn uitgegroeid tot een expertisecentrum waar slaapproblemen bij baby's, kinderen en volwassenen behandeld worden door een team van psychiaters, longartsen, kinderartsen, neurologen en neus- keel en oorartsen." Slaapstoornissen kunnen verschillende oorzaken hebben. "We moeten dus altijd eerst op zoek naar de reden van het probleem. Dat kan zowel een medische, als een andere oorzaak zijn. Pas dan gaan we over tot een echt slaaponderzoek. De patiënt verblijft een of twee nachten in het ziekenhuis en we ontleden dan zijn slaappatroon."

Vooral wat de behandeling van snurken en slaapapneu (stoppen met ademen tijdens de slaap, red.) betreft, staat het UZA aan de top. Die patiënten worden behandeld met beademingsapparatuur. Ook patiënten met nachtelijk zuurstoftekort komen voor soortgelijke behandeling in aanmerking. Patiënten met afwijkingen in de neus- en keelholte kunnen we dan weer helpen met een heelkundige correctie of een mondprothese.

Is er voor elke slaapstoornis een oplossing?
"Helaas niet, er zijn factoren waar we geen vat op hebben. We kunnen wel praten met de patiënt, maar te hoge werkdruk of familiale omstandigheden zijn zaken waar hij ook moet proberen zelf iets aan te doen. Ook mensen met Chronisch Vermoeidheids Syndroom blijven vaak klachten houden. Eigenlijk is behandeling van slaapstoornissen een vrij jonge discipline in de medische wereld. We zijn constant op zoek naar nieuwe behandelingen, zowel voor gewone snurkers, als voor slaapapneupatiënten. Zo haalde Dr. Hamans een wereldprimeur met de implantatie van het tonganker. Binnenkort gaan we van start met een pacemaker tegen slaapapneu. Twee jaar geleden zijn we gestart met niet-medicamenteuze behandeling van slapeloosheid, die in groepsverband wordt aangeboden.

Niet saai

Verpleegkundige Tim Poppe werkt al acht jaar in het slaapcentrum en maakt deel uit van een team van slaaptechnici. Naast de uitvoering van slaaponderzoeken, maakt hij slaapanalyses en rapporteert zijn bevindingen aan de arts. "Het is geen standaard verpleegwerk en saai mag je het zeker niet noemen. Een analyse duurt ongeveer een tot anderhalf uur en het is toch iedere keer weer anders." Het slaapcentrum is een beetje een buitenbeentje in het ziekenhuis. Veel contact met de andere verpleegeenheden is er niet. "Dat is misschien een nadeel, maar anderzijds hebben we hier een fantastisch team", zegt Tim. "De voldoening is ook erg groot. Mensen die we hebben kunnen helpen, beginnen dikwijls aan een nieuw leven. Voor hen is weer kunnen slapen een openbaring. Het geeft een fantastisch gevoel als we zien hoe snel die patiënten weer opfleuren."

 

BinnensteBuiten

Dit artikel kadert in de reeks BinnensteBuiten die van 26 tot 31 januari loopt op de regiopagina's van de Gazet van Antwerpen. Een journalist van de krant streek een week neer in het UZA en tekende er verhalen op van medewerkers en patiënten. Elke dag leest u op onze site één verhaal.

26 jan 2009 17u17
Bron: MagUZA.be
meer over
zie ook rubriek