Mondzorg van ouderen in zorgcentra is onvoldoende

De mondhygiëne bij Vlaamse ouderen die in zorgcentra verblijven, laat te wensen over. Oorzaken zijn onder meer het ontbreken van een goede accommodatie en gepaste dienstverlening, gebrek aan toegankelijkheid, het moeizaam aannemen en aanvaarden van diensten vanwege de zorgvrager, de beperkte financiële draagkracht van de oudere en gemis aan adequate kennisvaardigheden en opleiding van de zorgverleners. Dat blijkt uit de wetenschappelijke studie AMOR door de vakgroep Tandheelkunde van de Universiteit Gent. Op 19 februari worden de resultaten van de studie tijdens een symposium voorgesteld. Ook de in Nederland verschenen Richtlijn Mondzorg staan centraal tijdens het congres.
Bij toename van de zorgafhankelijkheid wordt het voor ouderen steeds moeilijker goede zelfzorg uit te voeren. Hiertoe behoort ook het uitvoeren van mondzorg.

Het handhaven van een goede mondgezondheid is nochtans belangrijk voor het algemeen welzijn, draagt sterk bij tot de algemene gezondheid en heeft een positieve invloed op de levenskwaliteit. Het belang van mondzorg voor zorgafhankelijke ouderen wordt dikwijls onderschat en miskend door zowel de zorgafhankelijke ouderen zelf als hun zorgverleners, vooral bij dementerende ouderen.

In 2002 toonde een onderzoek van de vakgroep tandheelkunde van de UGent aan dat de mondzorg in woonzorgcentra in Vlaanderen ontoereikend is. Het ontbrak de woonzorgcentra voornamelijk aan een kwalitatief mondzorgbeleid. Mondverzorging bij niet zelfredzame ouderen bleek slechts sporadisch te worden verleend door de zorgverleners, vooral omdat het de zorgverleners ontbrak aan tijd en aan de vereiste kennis en vaardigheden.

In 2003 werd het project AMOR (Actie voor Mondzorg voor Ouderen in rusthuizen) opgestart, waarbij een gestructureerde aanpak tot goede mondzorg centraal stond. Een aantal woonzorgcentra startte met het toepassen van een mondzorgprotocol met het doel mondzorg te integreren in de dagelijkse zorg van hun bewoners. Per instelling werden ook zorgverleners opgeleid in het inschatten van de mondgezondheid en het uitvoeren van goede mondverzorging.

De implementatie van dit protocol werd gedurende 5 jaar wetenschappelijk gevolgd door middel van het meten van de kwaliteit van de mondhygiëne van de bewoners. De implementatie van het project werd ook procesmatig opgevolgd via focusgesprekken met betrokken zorgverleners.

Na 5 jaar toepassen van het mondzorgprotocol blijkt echter dat de gemiddelde mondhygiëne niet significant beter is dan bij de start van het proces.

De resultaten van de individuele instellingen verschillen sterk over de 5 jaar. Éen n instelling vertoont een duidelijke verbetering van de mondhygiëne over de 5 jaar terwijl in andere instellingen slechts in de beginperiode een verbetering van de mondhygiëne merkbaar is.

De analyse van de vraaggesprekken geeft aan dat de aandacht voor mondzorg wel is verhoogd maar blijkbaar zonder voldoende effect op de mondhygiëne zelf.

Belangrijke belemmerende factoren zijn de lage prioriteit voor mondzorg, de grote werkdruk in de zorginstellingen, onvoldoende opgeleid personeel voor het uitvoeren van mondzorg, het ontbreken van duidelijke instructies in het protocol, de werkdruk en belangrijke turn-over van het personeel en andere factoren op vlak van organisatie.

Verder blijkt dat zorgverleners moeite hebben met het overtuigen van bewoners tot het uitvoeren of laten uitvoeren van mondzorg. De familie echter geeft blijk van grote appreciatie voor de toenemende aandacht en betrokkenheid van de zorgverleners voor mondzorg als deel van de dagelijkse zorg.

richtlijn Mondzorg
Uit onderzoek blijkt dat de directies van woonzorgcentra benadrukken grote nood te hebben aan striktere protocollen met meer duidelijk te ondernemen acties. Daarom werd nagedacht om het protocol aan te passen.

Eind 2007 werd in Nederland een richtlijn Mondzorg ontwikkeld en breed verspreid naar alle ouderenzorginstellingen. Wetenschappers van de Universiteit Gent, Nijmegen en Maastricht namen deze kans te baat en werkten samen uitvoeringsprotocollen uit gebaseerd op deze Richtlijn.

Naast het uitvoeren van goede mondhygiëne hebben deze protocollen ook als doel de toegankelijkheid tot tandheelkundige verzorging voor ouderen in zorginstellingen te verhogen.

Deze protocollen worden in 2009 in 6 zorginstellingen in Vlaanderen en 6 in Nederland simultaan toegepast. Dit project kreeg de naam ABRIM wat staat voor Actief Begeleide Richtlijn Implementatie Mondzorg. Het is de bedoeling om, na aantonen van voldoende effect deze uitvoeringsprotocollen, al of niet mits aanpassingen, te verspreiden in alle zorginstellingen in Vlaanderen en Nederland.

Symposium
Op 19 februari organiseert de UGent een symposium dat de situatie van de mondzorg van kwetsbare ouderen in Vlaanderen en Nederland behandelt. De resultaten van de AMOR-studie worden eveneens officieel voorgesteld. Het symposium vindt plaats vanaf 13 uur in het Pand, Onderbergen 1, 9000 Gent.
18 feb 2009 09u10
Bron: UGent.be
zie ook rubriek