Krimp van de hippocampus gaat vooraf aan ziekte van Alzheimer

Het tempo waarin verlies van hersenweefsel in de hippocampus optreedt, voorspelt het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer al in een vroeg stadium. Veranderingen in totaal hersenvolume zijn pas later in de ziekte te meten. Dit blijkt uit een onderzoek van Wouter Henneman bij VU medisch centrum. Het onderzoek van Henneman is vandaag gepubliceerd in het vooraanstaande blad Neurology.
Bij ruim 130 mensen vergeleek Henneman mri scans van de hersenen aan het begin van de studie en anderhalf jaar later. Dit betrof zowel gezonde patiënten, mensen met de eerste verschijnselen van de ziekte van alzheimer en alzheimerpatiënten zelf. Bij alle patiënten werd de snelheid gemeten waarin het volume van de hippocampus afnam. De hippocampus is een hersenstructuur die belangrijk is voor het geheugen. De snelheid waarmee de hippocampus krimpt vertoont een sterke relatie met de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer. Wanneer de diagnose Alzheimer eenmaal gesteld is, is het volumeverlies over een veel groter gebied dan alleen de hippocampus verspreid. Henneman concludeert dat in een vroeg stadium van de ziekte van Alzheimer vooral volumeverlies in de hippocampus optreedt. Zo vroeg mogelijk de ziekte van Alzheimer vast te kunnen stellen is een belangrijke voorwaarde om de effectiviteit van behandelingen en medicijnen te kunnen meten.

Het artikel van Henneman is verschenen in het nummer van 17 maart 2009 van Neurology, het tijdschrift van American Academy of Neurology