Meer dan 17.000 artsen (10.270 huisartsen en 7.566 specialisten) hebben eind vorige maand van het Riziv individuele feedback gekregen over hun voorschrijfgedrag inzake geneesmiddelen. Het initiatief heeft tot doel de artsen over het voorschrijfgedrag te sensibiliseren. De feedback is gebaseerd op gegevens van de eerste helft van vorig jaar en volgt op de beslissingen die werden genomen in het kader van het akkoord tussen geneesheren en ziekenfondsen voor de periode 2009-2010, het zogenaamde medicomut-akkoord.
Minst dure molecules
Dat akkoord bevat onder andere het voorschrijven van de minst dure molecules bij een startbehandeling en het terugdringen van een hoog volume voorgeschreven geneesmiddelen bij bepaalde zorgverleners.
De feedback aan huisartsen geeft individuele gegevens over beide delen weer. Die voor specialisten richt zich enkel op het eerste deel. Het initiatief richt zich tot huisartsen die minstens 100 verpakkingen voorgeschreven hebben, minstens tien startbehandelingen geïnitieerd hebben en minstens 90 patiënten ouder dan 50 jaar tellen, aan wie de arts minstens een verpakking heeft voorgeschreven. De feedback voor specialisten geldt voor specialisten die aan de eerste twee voorwaarden voldoen.
De medicomut wenst de keuze voor één van de minst dure molecules te bevorderen bij het opstarten van een nieuwe behandeling (startbehandeling) met een farmaceutische specialiteit die deel uitmaakt van één van de zes in aanmerking genomen geneesmiddelenklassen (PPI, ACE-inhibitoren en sartanen, statines, triazolderivaten, nsaid, SSRI), in ten minste 8 op 10 gevallen en voor zover er geen contra-indicaties zijn en de therapeutische doelstellingen worden bereikt. Ook wil de medicomut alle voorschrijvers sensibiliseren over het volume van geneesmiddelen voorgeschreven aan patiënten ouder dan 50 jaar. Deze sensibilisering richt zich op negen geneesmiddelenklassen.
Dat akkoord bevat onder andere het voorschrijven van de minst dure molecules bij een startbehandeling en het terugdringen van een hoog volume voorgeschreven geneesmiddelen bij bepaalde zorgverleners.
De feedback aan huisartsen geeft individuele gegevens over beide delen weer. Die voor specialisten richt zich enkel op het eerste deel. Het initiatief richt zich tot huisartsen die minstens 100 verpakkingen voorgeschreven hebben, minstens tien startbehandelingen geïnitieerd hebben en minstens 90 patiënten ouder dan 50 jaar tellen, aan wie de arts minstens een verpakking heeft voorgeschreven. De feedback voor specialisten geldt voor specialisten die aan de eerste twee voorwaarden voldoen.
De medicomut wenst de keuze voor één van de minst dure molecules te bevorderen bij het opstarten van een nieuwe behandeling (startbehandeling) met een farmaceutische specialiteit die deel uitmaakt van één van de zes in aanmerking genomen geneesmiddelenklassen (PPI, ACE-inhibitoren en sartanen, statines, triazolderivaten, nsaid, SSRI), in ten minste 8 op 10 gevallen en voor zover er geen contra-indicaties zijn en de therapeutische doelstellingen worden bereikt. Ook wil de medicomut alle voorschrijvers sensibiliseren over het volume van geneesmiddelen voorgeschreven aan patiënten ouder dan 50 jaar. Deze sensibilisering richt zich op negen geneesmiddelenklassen.
