Zachte echelonnering slaat niet aan

Iets meer dan twee jaar geleden voerde toenmalig minister van Sociale Zaken Rudy Demotte een vorm van zachte echelonnering in. Navraag van het medisch weekblad de Huisarts bij de grote ziekenfondsen leert dat dit systeem allerminst een succes is.
Het systeem van zachte echelonnering dat toenmalig minister van Sociale Zaken Rudy Demotte in februari 2007 invoerde, is uitgedraaid op een flop. Dat blijkt uit cijfers die het medisch weekblad de huisarts opvroeg bij de drie grootste ziekenfondsen. De zachte echelonnering van Demotte houdt in dat een patiënt die door de huisarts naar een specialist wordt verwezen, aanspraak kan maken op een remgeldvermindering. De financiële prikkel als opvoedkundige techniek om een meer getrapte vorm van gezondheidszorg ingang te doen vinden.

De cijfers die de drie grootste ziekenfondsen hierover kunnen geven, zijn ronduit hallucinant. Bij de Christelijke Ziekenfondsen CM komt men in 2008 uit op 0,52% van de 6,9 miljoen consultaties bij een specialist. In 2007 was dat 0,56%. Bij de Landsbon der Onafhankelijke Ziekenfondsen komt men uit op een bedroevende 0,04% in 2007, 0,11% in het eerste semester van 2008 en 0,28% in de tweede helft van 2008. De Socialistische Ziekenfondsen konden geen exacte cijfer geven, maar konden wel zeggen dat ze vergelijkbaar waren met die van de andere ziekenfondsen.

De ziekenfondsen tonen zich overigens maar erg koele minnaars van het systeem en pleiten eerder voor meer aandacht voor het Globaal Medisch dossier. De ziekenfondsen zijn evenmin vragende partij voor het voorstel dat Prof. Jan De Maeseneer (vakgroep huisartsgeneeskunde Universiteit Gent) onlangs in de Huisarts lanceerde. Hij stelde een harde vorm van echelonnering voor waarbij de terugbetaling van de patiënt die rechtstreeks naar de specialist gaat (zonder verwijzing van de huisarts) jaarlijks met 10% wordt teruggeschroefd.
08 mei 2009 10u24
zie ook rubriek