Een eiwit dat binnen lichaamscellen werkt als een sensor voor de niveaus aan cholesterol en vetzuren is betrokken bij het activeren van het immune afweersysteem tegen tuberculose. Dat rapporteren Hannelie Korf en Kris Huygen van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (vroegere Pasteur Instituut in Brussel) en Johan Grooten van de UGent in het juninummer van het gerenommeerde vaktijdschrift Journal of Clinical Investigation.
De wetenschappers onderzochten samen het verband tussen immune afweermechanismen en de cholesterolhuishouding in een experimenteel muizenmodel. De bevindingen bieden een nieuw inzicht in de afweer tegen de Koch bacil en een mogelijk vooruitzicht op een verbeterde behandeling van tuberculose.
TB is infectieziekte nummer 1
Wereldwijd staat tuberculose samen met aids en malaria aan de top van de infectieziekten. Men schat dat één derde van de wereldbevolking latent besmet is met Mycobacterium tuberculosis bacillen en dat jaarlijks ongeveer twee miljoen mensen sterven van TB.
De ziekte tast vooral de longen aan en resulteert in een geleidelijke vernietiging van het longweefsel. TB is een onomkeerbaar proces. Zonder gepaste behandeling met de juiste antibiotica zal de patiënt steeds verder verzwakken en uiteindelijk sterven. Er is momenteel ook geen echt werkzaam vaccin.
In het behandelingsproces van TB-patiënten speelt de immune afweer een belangrijke rol. Zo zullen immune afweerreacties bij latent besmette personen zorgen voor het onder controle houden van de infectie. Om de bacillen in de longen volledig te vernietigen, zijn deze afweerreacties echter niet sterk genoeg. Een verzwakking van de immune afweer kan dan leiden tot de voor TB typische reactivering van de bacillen en uitbraak van de ziekte. De bacteriën vermenigvuldigen zich dan in grote aantallen in de longen en worden opgehoest door de patiënt die op zijn beurt nieuwe personen kan besmetten.
Op zoek naar een nieuwe behandeling
In hun onderzoek naar nieuwe behandelingsmethoden voor tuberculose ontdekten de wetenschappers dat zogenaamde lever X Receptoren (LXR) bijdragen aan het beschermende immuun antwoord tegen TB. Deze LXRs regelen in ons lichaam de balans van cholesterol en andere vetzuren. In de studie werd aangetoond dat muizen die niet over deze LXRs beschikken, een TB besmetting niet kunnen controleren en tien tot honderdmaal meer bacteriën in hun longen hadden dan muizen die wel een normaal LXR systeem hadden. Deze LXR-deficiënte muizen stierven ook veel sneller aan TB dan gewone muizen. Een minimale versus maximale activiteit van LXR maakte dan ook het verschil tussen een ongecontroleerd verloop van de infectie en een efficiënte controle door de immune afweer.
Diepgaand onderzoek toonde bovendien aan dat de afweer tegen TB kon verhoogd worden door bestaande medicatie die deze LXR-sensoreiwitten kan activeren. Belangrijk voor de mogelijke behandeling van TB-patiënten was de vaststelling dat de beschermende werking van deze medicatie eveneens waarneembaar was in proefdieren die reeds lange tijd besmet waren met de bacillen. Hoewel deze geneesmiddelen (ontwikkeld voor de behandeling van atherosclerose of aderverkalking) momenteel niet geschikt zijn voor langdurig gebruik bij patiënten, biedt een verbetering en ontwikkeling van LXR-gerichte medicatie vooruitzicht op een verbeterde behandeling van tuberculose via een maximaal wapenen van de immune afweer van de patiënt.
TB is infectieziekte nummer 1
Wereldwijd staat tuberculose samen met aids en malaria aan de top van de infectieziekten. Men schat dat één derde van de wereldbevolking latent besmet is met Mycobacterium tuberculosis bacillen en dat jaarlijks ongeveer twee miljoen mensen sterven van TB.
De ziekte tast vooral de longen aan en resulteert in een geleidelijke vernietiging van het longweefsel. TB is een onomkeerbaar proces. Zonder gepaste behandeling met de juiste antibiotica zal de patiënt steeds verder verzwakken en uiteindelijk sterven. Er is momenteel ook geen echt werkzaam vaccin.
In het behandelingsproces van TB-patiënten speelt de immune afweer een belangrijke rol. Zo zullen immune afweerreacties bij latent besmette personen zorgen voor het onder controle houden van de infectie. Om de bacillen in de longen volledig te vernietigen, zijn deze afweerreacties echter niet sterk genoeg. Een verzwakking van de immune afweer kan dan leiden tot de voor TB typische reactivering van de bacillen en uitbraak van de ziekte. De bacteriën vermenigvuldigen zich dan in grote aantallen in de longen en worden opgehoest door de patiënt die op zijn beurt nieuwe personen kan besmetten.
Op zoek naar een nieuwe behandeling
In hun onderzoek naar nieuwe behandelingsmethoden voor tuberculose ontdekten de wetenschappers dat zogenaamde lever X Receptoren (LXR) bijdragen aan het beschermende immuun antwoord tegen TB. Deze LXRs regelen in ons lichaam de balans van cholesterol en andere vetzuren. In de studie werd aangetoond dat muizen die niet over deze LXRs beschikken, een TB besmetting niet kunnen controleren en tien tot honderdmaal meer bacteriën in hun longen hadden dan muizen die wel een normaal LXR systeem hadden. Deze LXR-deficiënte muizen stierven ook veel sneller aan TB dan gewone muizen. Een minimale versus maximale activiteit van LXR maakte dan ook het verschil tussen een ongecontroleerd verloop van de infectie en een efficiënte controle door de immune afweer.
Diepgaand onderzoek toonde bovendien aan dat de afweer tegen TB kon verhoogd worden door bestaande medicatie die deze LXR-sensoreiwitten kan activeren. Belangrijk voor de mogelijke behandeling van TB-patiënten was de vaststelling dat de beschermende werking van deze medicatie eveneens waarneembaar was in proefdieren die reeds lange tijd besmet waren met de bacillen. Hoewel deze geneesmiddelen (ontwikkeld voor de behandeling van atherosclerose of aderverkalking) momenteel niet geschikt zijn voor langdurig gebruik bij patiënten, biedt een verbetering en ontwikkeling van LXR-gerichte medicatie vooruitzicht op een verbeterde behandeling van tuberculose via een maximaal wapenen van de immune afweer van de patiënt.