Onverdeeldheid onder Belgische artsen over zorgtrajecten

Slechts 28 procent van de Belgische artsen vindt de zorgtrajecten voor chronische nierpatiënten en voor diabetes type 2-patiënten een goede evolutie. Maar liefst 42 procent geeft een negatief advies en drie op de tien artsen weten het echt niet. Belangrijk minpunt blijkt de extra administratie. Dat meldt de Artsenkrant in een persbericht.
De artsen zijn op zijn minst sterk verdeeld over het nieuwe concept. De zorgtrajecten leggen de samenwerking vast tussen huisartsen, specialisten en patiënten in de opvolging van een bepaalde aandoening. Daartoe wordt een contract voor een periode van drie jaar afgesloten. De weerstand is veel groter bij Franstaligen dan bij Vlamingen. Langs Franstalige kant blijkt amper een op de zeven voorstander van de zorgtrajecten. In Vlaanderen zijn drie op de tien huisartsen voor het systeem gewonnen.

Op terrein huisartsen begeven
Vooral de administratieve rompslomp blijkt een heikel punt voor zowel huisartsen als specialisten. De zorgtrajecten leveren meer papierwerk op terwijl er nu al een groot ongenoegen is over de bureaucratie die blijft toenemen. Daarnaast vrezen drie op de tien huisartsen dat specialisten zich via het zorgtraject op het terrein van de huisarts begeven. Voorlopig ziet het er dus niet naar uit dat de zorgtrajecten slagen in hun opzet om de banden tussen huisartsen en specialisten nauwer aan te halen.

Op 1 juni start het zorgtraject voor zowat 7.000 chronische nierpatiënten. De start van het zorgtraject diabetes type 2, voor ongeveer 72.000 patiënten, werd uitgesteld tot 1 september.
29 mei 2009 08u56
Bron: De Morgen
zie ook rubriek