Hyperactiviteit tegengaan bij anorexia

Promovenda Linda Verhagen ontdekte welke stof in de hersenen van invloed is op de hyperactiviteit waarmee anorexia vaak gepaard gaat. Door hyperactiviteit tegen te gaan, kan anorexia beter worden behandeld.
anorexia nervosa is een psychiatrische ziekte waarbij patiënten een sterke drang hebben te vermageren. Naast een verlaagde voedselinname en een extreem laag lichaamsgewicht, leidt anorexia ook vaak tot hyperactiviteit. Hierdoor is het extra moeilijk de psychiatrische ziekte te behandelen. Door hyperactiviteit verbranden de patiënten veel energie, wat hen tegenwerkt weer op hun normale gewicht te komen.

Dopamine
Geneeskundige Linda Verhagen ontdekte dat de stof dopamine van invloed is op hyperactiviteit. Wanneer iemand weinig eet, wordt door een ingewikkeld reguleringssysteem veel dopamine gesignaleerd in de hersenen, waardoor de patiënt hyperactief wordt. De hyperactiviteit kan worden getemperd door de signalering van dopamine in de hersenen te remmen. Op 2 juni promoveert Verhagen op dit onderwerp aan de Universiteit van Utrecht.

Diermodel
Om hyperactiviteit bij anorexiapatiënten te onderzoeken, bootste Linda Verhagen de kenmerken van anorexia na in een diermodel. Ze zette vrouwelijke ratten in een kooi met een loopwiel. De eerste dagen liet zij de ratten aan hun omgeving wennen en gaf zij ze een normale hoeveelheid eten. Toen de ratten eenmaal gewend waren aan hun omgeving, gaf Verhagen de hen nog slechts een beperkt aantal uren de gelegenheid te eten. Hierdoor namen de ratten minder voedsel tot zich. Wat bleek: als gevolg van de voedselrestrictie gingen ze meer in het loopwiel rennen. Ze renden zelfs zo veel, dat ze meer energie verbruikten dan ze erbij aten.

Ratten met anorexia
De ratten vertoonden dezelfde kenmerken als menselijke anorexiapatiënten: ze vielen af, ze gingen nóg minder eten, hun lichaamstemperatuur daalde én ze werden hyperactief. Verhagen diende de ratten vervolgens een middeltje toe dat de signalering van dopamine in de hersenen onderdrukt. Hierdoor werden de ratten minder actief en kwamen ze weer aan.

sterftecijfer
Anorexia komt in Nederland bij drie op de duizend jonge vrouwen voor, en kent een sterftecijfer van meer dan tien procent. Tot nu toe zijn er echter nog geen geschikte medicijnen tegen anorexia nervosa. Soms krijgen anorexiapatiënten zogenaamde atypische antipsychotica: medicijnen die gemaakt zijn om bijvoorbeeld angsten en wanen te behandelen. Deze antipsychotica zorgen er weliswaar voor dat het gewicht van de patiënten toeneemt en dat de hyperactiviteit wordt onderdrukt, maar hoe dit precies werkt is onduidelijk. Deze medicijnen zijn niet toegespitst op anorexiapatiënten en hebben bovendien nare bijwerkingen.

Nieuw medicijn
De invloed van dopamine op hyperactiviteit die Verhagen heeft gevonden in het diermodel kan er wellicht toe leiden dat in de toekomst medicijnen kunnen worden ontwikkeld die wél bij uitstek voor anorexiapatiënten geschikt zijn. Deze medicijnen moeten er dan op gericht zijn de signalering van dopamine in de hersenen tegen te gaan. Echter, zegt Verhagen, ‘ik heb dit op een diermodel getest, niet op een mens.’ Vervolgonderzoek is daarom nodig.
02 jun 2009 10u01
Bron: BCM