Huisartsen van wacht moeten steeds minder prestaties verrichten

Een evaluatie van de activiteiten van de huisartsenwachtdiensten toont aan dat het aantal prestaties van een huisarts tijdens de wachtdienst, zowel huisbezoeken als raadplegingen, afneemt. Dat is één van de opmerkelijke conclusies die getrokken kunnen worden uit een analyse van de wachtdienstrapporten van 2006.
Sinds enkele jaren moeten de wachtkringen een rapport bijhouden van de activiteiten tijdens de wachtdienst. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid bundelde de gegevens van deze rapporten uit 2006 in een lijvige bundel die het medisch weekblad de huisarts kon inzien. Uit de cijfers blijkt dat huisartsen tijdens de wachtdienst sinds 2004 steeds minder prestaties leveren. In 2006 waren er tijdens de wacht nog 16 huisbezoeken per duizend inwoners (-47%) en 13 raadplegingen per duizend inwoners (-38%). Waalse huisartsen leggen meer huisbezoeken af dan hun Vlaamse collega’s.

Het aantal gevallen van agressie tijdens de wacht – traditioneel een van de meest gevaarlijke momenten voor huisartsen – stabiliseert zich, hoewel het aantal gevallen van materiaalbeschadiging toeneemt. Verbale agressie (0,14 per duizend) komt vaker voor dan fysieke agressie (0,01 per duizend). Uit het verslag van de kringen blijkt nog dat het aantal wanbetalers toeneemt. Volksgezondheid wil bovendien dat de kringen en de huisartsen zich beraden over de telefonische adviezen. Die gebeuren vandaag door de band pro deo, maar Volksgezondheid wil dat de huisartsen zich bezinnen over een mogelijke vergoeding hiervoor.

Nagenoeg alle huisartsen in België zijn aangesloten bij een kring: 98,5% in 2006.
04 jun 2009 09u16
meer over
zie ook rubriek