Laparoscopische ingreep bij ziekte van Crohn is zinvol en veilig

De ziekte van Crohn is een darmziekte waarbij één of meerdere segmenten van het spijsverteringsstelsel ontstoken zijn. Indien de medicamenteuze behandeling faalt, dringt een heelkundige ingreep zich op. Uit een studie van prof. dr. Georges Delvaux van de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat een laparoscopische ingreep duidelijke voordelen heeft ten opzichte van de klassieke open chirurgie. Het is een laag risico ingreep voor de patiënt en zorgt bovendien voor een sneller herstel.
De ziekte van crohn veroorzaakt fistelvorming en vernauwingen van de darmtractus of subobstructies, in de meeste gevallen in het terminale deel van de dunne darm. Hierdoor krijgt de patiënt last van buikpijn, krampen en diarree. Doorgaans wordt de aandoening bestreden met medicatie, maar wanneer deze faalt, dringt een heelkundige ingreep zich op. Uit een studie op vijftig patiënten concludeert Georges Delvaux samen met enkele collega’s van de dienst Abdominale heelkunde van de Vrije Universiteit Brussel dat een laparoscopische ingreep met resectie in de overgrote meerderheid van de gevallen zinvol is en bovendien ook veilig voor de patiënt. Slechts bij één van de vijftig bestudeerde patiënten bleek de ingreep niet mogelijk en moest men overschakelen naar open chirurgie. De gemiddelde hospitalisatieduur bedroeg acht dagen. De grote troef van de laparoscopische ingreep is dan ook dat het herstel van de patiënt beduidend sneller verloopt dan bij de klassieke, open chirurgie.
05 jun 2009 08u57