Lokale anesthetica kunnen nog veiliger

Locale anesthetica worden al precies 125 jaar gebruikt in de geneeskunde. Ze hebben talrijke voordelen, maar helaas ook enkele neveneffecten zoals plaatselijke toxiciteit en motorische uitval. Anesthesioloog Vincent Umbrain van de Vrije Universiteit Brussel onderzocht het moleculaire mechanisme van hun toxiciteit, en kwam tot de vaststelling dat lokale anesthetica globaal genomen veilig zijn, maar dat men dankzij de juiste toedieningsvorm en dosis de veiligheidsmarge kan vergroten.
In een eerste luik van zijn onderzoek bestudeerde Umbrain het effect van diverse locale anesthetica na intrathecale toediening bij levende ratten aan de hand van microdialyse van hun ruggenmerg. Hieruit blijkt dat het intrathecaal inspuiten van lidocaine het ruggenmerg tijdelijk gevoeliger maakt voor pijn. Datzelfde fenomeen doet zich voor bij het inspuiten van levobupivacaine, maar in tegenstelling tot lidocaine is het effect na herhaalde inspuitingen niet dosisafhankelijk. Bovendien blijkt de toediening van lidocaine ook te leiden tot meer tijdelijke aspartaat- en taurinestijgingen in dialysaten van cerebrospinaal vocht dan levobupivacaine. Dit bevestigt eerdere klinische studies die aantoonden dat lidocaine meer klinische neurobiologische bijwerkingen heeft dan andere locale anesthetica.

Umbrain voerde ook enkele experimenten uit met liposomen, biodegradeerbare phosphobilipiden die als een enveloppe rond een geneesmiddel kunnen worden aangebracht om het dankzij hun vertraagde afbraak langzamer en geleidelijker vrij te geven. Om na te gaan welk liposoom het meest in aanmerking komt om lokale anesthetica in te kapselen, testte Umbrain twee liposoomtypes van verschillende grootte uit: small unilamellar vescicles (SUV) en multilamellar vescicles (MLV). Na inspuiting in ratten werd de biodispositie van de twee soorten liposomen gevolgd door middel van een gammacamera. Hieruit bleek dat de MLV-liposomen het meest geschikt waren voor trage vrijstelling in de epidurale ruimte. De MLV-liposomen werden vervolgens gebruikt om bupivacaine te omkapselen en zo ingespoten te worden bij patiënten die darmchirurgie ondergingen. Het resultaat was echter teleurstellend en weinig verschillend van de controlegroepen. En in een tweede klinische studie vertoonden de patiënten in tegenstelling tot de proefdieren niet eens een verlengde vrijstelling van het ingekapselde bupivacaine. Dat wijst erop dat men voor verder onderzoek een andere liposoomvorm moet gebruiken, en meer locaal anestheticum moet ingekapseld worden.

Volgens Umbrain zijn lokale anesthetica globaal genomen veilig als medicament. Toch kan hun gebruik verbeterd worden door te zorgen dat de volgende generatie lokale anesthetica een langere en meer selectieve werking hebben, met minder motorische uitval, en een verminderde toxiciteit. Umbrain besluit zijn proefschrift met enkele tips voor het maken van toekomstige liposoomoplossingen: zo moeten de encapsulatiemogelijkheden verbeteren, de optimale liposoomgrootte verder onderzocht, de versatiliteit van de huidige liposoomoplossingen geminimaliseerd en de lange-termijneffecten zijn op het ruggenmerg nog bestudeerd worden.
29 jul 2009 13u44