Advies nr 48 van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek betreffende het Belgisch operationeel plan influenzapandemie.

Het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek pleit er in zijn advies voor om de bevolking goed voor te lichten en zoveel mogelijk te betrekken bij de besluitvorming betreffende prioritering en deprioritering, waarbij maatschappelijk kwetsbare groepen niet mogen vergeten worden.
Indien, niettegenstaande alle voorzorgsmaatregelen, een groot deel van de bevolking getroffen wordt door de grieppandemie, meent het Comité dat alles in het werk gesteld moet worden om de zieken thuis te verzorgen en hen te voorzien van de nodige dosissen antivirale middelen. Voor zover de voorraden onvoldoende zouden blijken om alle besmette patiënten te verzorgen, dient een beroep te worden gedaan op de mogelijkheid om een dwanglicentie uit te voeren, zodat goedkopere ozeltamivir sneller kan worden aangekocht. De leden steunen het idee dat zorgverleners de mogelijkheid zou worden geboden zelf uit te maken of ze profylactisch antivirale middelen willen nemen of niet. Bij overbelasting van de ziekenhuizen of tekort aan ademhalingsapparatuur worden in eerste instantie de sterkst aangetaste patiënten behandeld. In tweede instantie prioriteert men diegenen die de beste kans maken om te overleven.

Het Comité pleit ervoor om zodra een pandemisch vaccin ergens ter wereld zou aangemaakt worden, het nodige budget te voorzien om het aan te kopen. Indien slechts kleine hoeveelheden beschikbaar zijn, stelt het Comité - in navolging van het “Minnesota Pandemic Ethics Project” - voor om een tweesporenbeleid te volgen, waarbij zorgverleners en sleutelwerkers, waarvan verondersteld wordt dat ze nog niet immuun zijn en bij wie een goede respons op het vaccin kan verwacht worden, geprioriteerd worden. Eens de zekerheid bestaat dat de basisbehoeften in de maatschappij blijvend kunnen worden voldaan, worden er proportioneel zowel andere sleutelwerkers als mensen uit de algemene bevolking ingeënt, in functie van het morbiditeits- en mortaliteitsrisico dat ze vertonen. Binnen beide groepen kan er, indien nodig, geselecteerd worden op basis van een loterijprincipe tot de hele bevolking kan worden ingeënt.

Tenslotte is het Comité van mening dat een gedeelte van de beschikbare middelen dient te worden toegekend aan enerzijds het epidemiologisch onderzoek en anderzijds het onderzoek in de algemene geneeskunde, meer bepaald naar de rol van de eerstelijnszorg bij het bestrijden van een pandemie of een andere gezondheidscrisis.
31 aug 2009 16u02
meer over
zie ook rubriek