Aspirine kan meer kwaad dan goed doen

Gezonde mensen die aspirine slikken om een hartaanval te voorkomen doen zichzelf eerder kwaad dan goed. Dat blijkt uit een Britse studie. Eerder werd aangenomen dat het dagelijks preventief slikken van een kleine hoeveelheid aspirine het risico op bloedstolsels zou verminderen.
Daarmee zouden hart- en vaatziekten worden voorkomen. Het nieuwe onderzoek spreekt dat tegen. Het zou juist de kans op bloedingen bijna verdubbelen.

Wereldwijd krijgen miljoenen mensen een lage dosis aspirine voorgeschreven nadat zij een hartaanval of beroerte hebben gehad. Sommige wetenschappers adviseren om ook aan gezonde mensen van middelbare leeftijd preventief een lage dosis aspirine voor te schrijven. Maar dat kan dus gevaarlijk zijn vanwege de neveneffecten, zoals interne bloedingen.

Een analyse in The Lancet eerder dit jaar toonde aan dat gezonde mensen die aspirine slikken een 12% lagere kans hebben op het krijgen van een hartaanval of beroerte. Maar tegelijkertijd nam de kans of bloedingen met een derde toe.

In de recente studie van de Universiteit van Edinburgh, kregen 3.350 mannen en vrouwen van middelbare leeftijd die niet aan hart- en vaatziekten leden, een lage dosis aspirine of een placebo (neppil).

Na 8 jaar hadden 357 van hen met een hart- of vaataandoening te maken gekregen, inclusief hartaanvallen en beroertes.

Er bleek geen verschil tussen de twee groepen, maar de mensen die aspirine slikten liepen wel meer risico op bloedingen in het hoofd of de maag.
Van de groep die aspirine slikten, moesten er 34 met een bloeding in het ziekenhuis worden opgenomen, vergeleken met 20 mensen uit de placebogroep.

Volgens de wetenschappers geeft aspirine zoveel bijwerkingen dat de voordelen voor gezonde mensen niet opwegen tegen de nadelen. Een conclusie die door meerdere studies ondersteund zou worden.

Overigens kunnen patiënten die al een hartinfarct of een beroerte hebben gehad, wel baat hebben bij een dagelijkse dosis aspirine om herhaling te voorkomen.
03 sep 2009 09u20