Net geen twee procent van alle Vlaamse sterfgevallen in 2007 was het gevolg van euthanasie. In tien jaar tijd verdubbelde het aantal euthanasiegevallen. De onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) kwam tot de vaststelling dat tussen 1998 en 2007 het aantal gevallen van euthanasie van 1,1 naar 1,9 procent steeg. De wetenschappers linken deze stijging aan de invoering van de Belgische euthanasiewet in 2002.
In een brief die vandaag wordt gepubliceerd in de New England Journal of Medicine schrijft de onderzoeksgroep: 'We constateerden dat de goedkeuring van de Belgische euthanasiewet gevolgd werd door een toename van alle types van levensbeëindiging, met uitzondering van de toediening van dodelijke medicijnen zonder de expliciete toestemming van de patiënt.'
In totaal vroegen de onderzoekers 6.202 overlijdensattesten op van Vlamingen die tussen juni en november 2007 stierven. De dokters die het attest uitschreven, kregen ook een vragenlijst opgestuurd. Van 3.632 van hen kreeg de onderzoeksgroep een antwoord. De meeste van de 118 patiënten uit de steekproef die kozen voor euthanasie waren nog (relatief) jong, hadden kanker of overleden thuis.
Het is de derde keer dat cijfers worden vrijgegeven over het aantal gevallen van levensbeëindiging. Tussen 1998 en 2003 daalde dit van 1,1 naar 0,3 procent, om dan opnieuw te stijgen tot 1,9 procent.
Johan Bilsen, die deel uitmaakt van de onderzoeksgroep, geeft toe dat het recentste cijfer hoog ligt: 'We zagen een vergelijkbare evolutie in Nederland na de euthanasiewet van 2001. Daar steeg het aandeel naar ongeveer 3,2 procent, om vervolgens te zakken naar 1,7 procent van alle sterfgevallen.' Bilsen verwacht dat dezelfde daling zich in Vlaanderen kan voordoen.
De studie gaat niet in op euthanasie in Wallonië. Zorg rond het levenseinde vroeg geen Franstalige overlijdensattesten op. De combinatie van taalkundige en ethische verschillen tussen beide landsdelen maakte het onmogelijk het onderzoek door te trekken naar het zuiden van het land.
'Wallonië gaat met deze kwestie om zoals Zuid-Europese landen', verklaart Bilsen. 'Vlaanderen is net zoals Nederland en andere Noord-Europese landen toleranter tegenover euthanasie.'
In totaal vroegen de onderzoekers 6.202 overlijdensattesten op van Vlamingen die tussen juni en november 2007 stierven. De dokters die het attest uitschreven, kregen ook een vragenlijst opgestuurd. Van 3.632 van hen kreeg de onderzoeksgroep een antwoord. De meeste van de 118 patiënten uit de steekproef die kozen voor euthanasie waren nog (relatief) jong, hadden kanker of overleden thuis.
Het is de derde keer dat cijfers worden vrijgegeven over het aantal gevallen van levensbeëindiging. Tussen 1998 en 2003 daalde dit van 1,1 naar 0,3 procent, om dan opnieuw te stijgen tot 1,9 procent.
Johan Bilsen, die deel uitmaakt van de onderzoeksgroep, geeft toe dat het recentste cijfer hoog ligt: 'We zagen een vergelijkbare evolutie in Nederland na de euthanasiewet van 2001. Daar steeg het aandeel naar ongeveer 3,2 procent, om vervolgens te zakken naar 1,7 procent van alle sterfgevallen.' Bilsen verwacht dat dezelfde daling zich in Vlaanderen kan voordoen.
De studie gaat niet in op euthanasie in Wallonië. Zorg rond het levenseinde vroeg geen Franstalige overlijdensattesten op. De combinatie van taalkundige en ethische verschillen tussen beide landsdelen maakte het onmogelijk het onderzoek door te trekken naar het zuiden van het land.
'Wallonië gaat met deze kwestie om zoals Zuid-Europese landen', verklaart Bilsen. 'Vlaanderen is net zoals Nederland en andere Noord-Europese landen toleranter tegenover euthanasie.'
