Steeds meer reiken artsen aan het einde van de raadpleging brochures uit, waarin de mondeling meegedeelde informatie nog eens wordt gerecapituleerd. Wie deze brochures kan lezen, is mee; de rest blijft achter. Daarom wordt in de gezondheidszorg steeds meer aandacht besteed aan het begrip ‘gezondheidsvaardigheden’. Immers, het besef groeit dat bij het bepalen van het risico van ziekten, het sociale luik vlot over het hoofd wordt gezien. Geld en voldoende steun vanuit de omgeving kunnen de prognose van een patiënt wijzigen. Een bericht in het medische weekblad de Huisarts.
Nu de patiënt meer en meer inspraak krijgt bij het bepalen van zijn behandeling, is het belangrijk te weten dat niet-artsen nu meer dan vroeger medische informatie kunnen inwinnen, bekijken en interpreteren. Dat wordt er in grote trekken bedoeld met gezondheidsvaardigheden – health literacy in de internationale literatuur. Omwille van het onderzoek wordt dit begrip opgedeeld in functionele, interactieve en kritische gezondheidsvaardigheden. Het functionele aspect verwijst naar het niveau van geletterdheid van de patiënt: kan hij een tekst die hem wordt voorgelegd, lezen? Daarnaast is er ook sprake van interactieve gezondheidsvaardigheden: gaat de patiënt voldoende op zoek naar informatie? Uiteindelijk zijn er de kritische gezondheidsvaardigheden: kan de patiënt de verzamelde informatie analyseren, en er voor zichzelf de juiste conclusie(s) uit trekken?
In Vlaanderen schat men dat zo’n 15% van de bevolking niet naar behoren kan lezen en schrijven om in de maatschappij voldoende te kunnen functioneren – één op de zeven personen. Over deze personen, aldus de huisarts, mag men alvast stellen dat ze onvoldoende gezondheidsvaardigheden hebben om in een breed scala van situaties op de juiste manier op het zorgaanbod in te pikken. Dat blijft niet zonder gevolgen. Een prospectief onderzoek in de Verenigde Staten bij meer dan 3.000 personen van 65 jaar en ouder, toonde aan dat de sterftekans 1,5 maal hoger was bij laag- en ongeletterde personen. In een Nederlands onderzoek werd een hogere prevalentie van chronische aandoeningen onder laaggeletterde mensen aangetroffen. Van de laaggeletterde mannen had 6% een hartinfarct doorgemaakt, versus 1% bij mannen met een hoog niveau van geletterdheid. Ten slotte tonen onderzoeksgegevens aan dat bij diabetespatiënten die laaggeletterd zijn, de hba1c hoger uitvalt en retinopathie frequenter voorkomt. Naar schatting zouden in Nederland de kosten van de gezondheidszorg 61 miljoen lager liggen als laaggeletterdheid uit het landschap verdween.
Dat is slechts één aspect van de zaak: sommige mensen kunnen perfect lezen, maar zullen zich in bepaalde omstandigheden, zoals angst of stress, afzijdig houden ten opzichte van de beschikbare informatie. Hoe we de verschillende aspecten van iemands gezondheidsvaardigheden in kaart kunnen brengen, is momenteel een onopgelost probleem. In de Verenigde Staten zijn alvast meetinstrumenten ontwikkeld om de functionele gezondheidsvaardigheid – de vlotheid waarmee iemand leest – in kaart te brengen, schrijft de huisarts.
Zo bestaat er een test waarbij men de patiënt vraagt om 66 medische woorden voor te lezen. Volgens het aantal correct uitgesproken termen kan men de patiënten in vier categorieën onderbrengen. Aan elke categorie worden voor de arts aanwijzingen gekoppeld over wat de patiënt begrijpt en niet. Iemand die minder dan 18 woorden goed heeft, bijvoorbeeld, is geen geschikte kandidaat om geschreven informatie te ontvangen: zijn situatie moet hem worden uitgelegd aan de hand van herhaalde gesprekken en, indien mogelijk, afbeeldingen of videotapes. Wie minder dan 44 woorden kan lezen, is mogelijk niet in staat om de gebruiksaanwijzing van een voorgeschreven geneesmiddel correct toe te passen. Slechts vanaf 61 juiste woorden mag men er gerust in zijn dat de patiënt het merendeel van de aangereikte documentatie kan begrijpen. Deze test wordt momenteel hoofdzakelijk voor onderzoeksdoeleinden gebruikt. Gebleken is ook dat de meeste Amerikaanse patiënten ertoe bereid zijn zich op deze manier te laten testen.
In Vlaanderen schat men dat zo’n 15% van de bevolking niet naar behoren kan lezen en schrijven om in de maatschappij voldoende te kunnen functioneren – één op de zeven personen. Over deze personen, aldus de huisarts, mag men alvast stellen dat ze onvoldoende gezondheidsvaardigheden hebben om in een breed scala van situaties op de juiste manier op het zorgaanbod in te pikken. Dat blijft niet zonder gevolgen. Een prospectief onderzoek in de Verenigde Staten bij meer dan 3.000 personen van 65 jaar en ouder, toonde aan dat de sterftekans 1,5 maal hoger was bij laag- en ongeletterde personen. In een Nederlands onderzoek werd een hogere prevalentie van chronische aandoeningen onder laaggeletterde mensen aangetroffen. Van de laaggeletterde mannen had 6% een hartinfarct doorgemaakt, versus 1% bij mannen met een hoog niveau van geletterdheid. Ten slotte tonen onderzoeksgegevens aan dat bij diabetespatiënten die laaggeletterd zijn, de hba1c hoger uitvalt en retinopathie frequenter voorkomt. Naar schatting zouden in Nederland de kosten van de gezondheidszorg 61 miljoen lager liggen als laaggeletterdheid uit het landschap verdween.
Dat is slechts één aspect van de zaak: sommige mensen kunnen perfect lezen, maar zullen zich in bepaalde omstandigheden, zoals angst of stress, afzijdig houden ten opzichte van de beschikbare informatie. Hoe we de verschillende aspecten van iemands gezondheidsvaardigheden in kaart kunnen brengen, is momenteel een onopgelost probleem. In de Verenigde Staten zijn alvast meetinstrumenten ontwikkeld om de functionele gezondheidsvaardigheid – de vlotheid waarmee iemand leest – in kaart te brengen, schrijft de huisarts.
Zo bestaat er een test waarbij men de patiënt vraagt om 66 medische woorden voor te lezen. Volgens het aantal correct uitgesproken termen kan men de patiënten in vier categorieën onderbrengen. Aan elke categorie worden voor de arts aanwijzingen gekoppeld over wat de patiënt begrijpt en niet. Iemand die minder dan 18 woorden goed heeft, bijvoorbeeld, is geen geschikte kandidaat om geschreven informatie te ontvangen: zijn situatie moet hem worden uitgelegd aan de hand van herhaalde gesprekken en, indien mogelijk, afbeeldingen of videotapes. Wie minder dan 44 woorden kan lezen, is mogelijk niet in staat om de gebruiksaanwijzing van een voorgeschreven geneesmiddel correct toe te passen. Slechts vanaf 61 juiste woorden mag men er gerust in zijn dat de patiënt het merendeel van de aangereikte documentatie kan begrijpen. Deze test wordt momenteel hoofdzakelijk voor onderzoeksdoeleinden gebruikt. Gebleken is ook dat de meeste Amerikaanse patiënten ertoe bereid zijn zich op deze manier te laten testen.