Komt orgaandonatie in het gedrang?

Een wet over orgaandonatie die op 1 december van kracht gaat, zou wel eens erg nefaste gevolgen kunnen hebben op het aantal organen dat voor donatie beschikbaar komt. Dat vreest althans Prof Herman Nys in het medisch weekblad de Huisarts.
België behoort in Europa tot de koplopers als het over orgaandonatie gaat. Daar zorgt de wet van 1986 voor. Zij voorziet in een wankel evenwicht tussen de verschillende factoren die het succes van orgaandonatie bepalen. In principe moet een Belg geen toestemming geven voor het wegnemen van een orgaan na zijn dood. Althans als het orgaan bestemd is voor therapeutische transplantatie (met andere woorden om aan een andere patiënt te geven). Wil men het donororgaan gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek, dan moet wel expliciet de toestemming gegeven worden.

De wet van 19 december 2008 wijzigt de regels van de orgaandonatie. Vanaf 1 december kunnen organen en ander lichaamsmateriaal bij een overledene die zich niet heeft verzet tegen donatie, worden weggenomen voor zowel therapeutische transplantatie als wetenschappelijk onderzoek. Men kan geen onderscheid meer maken door bijvoorbeeld enkel in te stemmen met de therapeutische transplantatie. Wie bezwaar heeft tegen het gebruik van zijn organen voor wetenschappelijk onderzoek heeft geen andere keuze dan meteen ook te verbieden zijn organen voor therapeutische doeleinden te gebruiken.

Prof. Herman Nys zegt in het medisch weekblad de Huisarts te vrezen dat de nieuwe wet zal leiden tot een daling van het aantal donororgaan. “Het is heel begrijpelijk dat mensen solidair willen zijn met iemand die behoefte heeft aan een orgaan, maar liever niet willen dat er wetenschappelijk onderzoek mee wordt verricht. Nu de wet hen verplicht tot een ‘alles of niets’-keuze, valt te vrezen dat meer mensen bezwaar zullen maken tegen wegname.
06 nov 2009 08u57
zie ook rubriek