Anoniem voorschrift kan niet

In zijn advies van 19 augustus 2000 (TNR nr. 90, p. 13) wees de Nationale Raad erop dat het geneesmiddelenvoorschrift deel uitmaakt van de medische consultatie en alleen maar kan slaan op patiënten die op raadpleging zijn of gekomen zijn bij de arts, die er verantwoordelijk voor is.
Het voorschrijven dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren en de arts dient rekening te houden met de voorgeschiedenis van de patiënt. Tevens dient hij er zich van te vergewissen dat de patiënt de noodzaak van de behandeling verstaat en dat aan de behandeling de nodige opvolging wordt gegeven.

Een anoniem voorschrift, zonder contact met de bestemmeling ervan en door bemiddeling van een derde, beantwoordt niet aan de voormelde criteria.

Indien er zich een besmettingsrisico heeft voorgedaan, dient de arts de patiënt erop te wijzen dat het noodzakelijk is dat de partner eveneens een arts raadpleegt om zo nodig de gepaste zorg te verkrijgen.

Tot slot dient te worden gewezen op de verplichting om, overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 houdende vaststelling van de modaliteiten inzake het voorschrift voor menselijk gebruik, op het voorschrift de naam en de voornaam te vermelden van de patiënt voor wie het voorschrift bestemd is.

De Nationale Raad is er zich terdege van bewust dat alternatieven voor "face-to-face-geneeskunde" worden bestudeerd en zal deze, wat hun mogelijke deontologische implicaties betreft, op de voet blijven volgen.
27 nov 2009 09u52
zie ook rubriek