UZA viert 25 jaar cardiochirurgie

De dienst cardiochirurgie van het UZA viert op zaterdag 12 december haar 25-jarig bestaan met een groots feest. Sinds haar oprichting werden er in het UZA meer dan 18.500 hartoperaties uitgevoerd en kregen 110 patiënten een nieuw hart. Het ziekenhuis introduceerde in 2005 het kunsthart, dat de pompfunctie van het hart overneemt en verricht baanbrekend werk met een nieuwe techniek om de aortaklep te vervangen.
In 1984, exact vijf jaar na de oprichting van het uza, voerde prof. dr. Walter de eerste hartoperatie in het uza uit. Tien jaar later, in 1994, werd de eerste harttransplantatie uitgevoerd door prof. dr. Moulijn. Sindsdien vonden er meer dan 18.500 hartoperaties plaats en kregen ruim 110 patiënten kregen een nieuw hart. Het huidige diensthoofd, prof. dr. Inez Rodrigus viert dit met een groot feest voor de naaste medewerkers, in het hart van Antwerpen.

850 open hartoperaties per jaar
Jaarlijks worden er in het UZA 850 open hartoperaties uitgevoerd door een team van 5 cardiochirurgen. 6 op 10 ingrepen zijn bypass operaties. De overige 40% zijn voornamelijk hartklepoperaties. Dit ondanks de wereldwijde evolutie in het gebruik van cardiale stents voor de behandeling van vernauwingen van de kransslagaders. Het UZA- team heeft zich bijzonder bekwaamd in mitralisklepoperaties. Bij deze operaties kan 80% van de patiënten de eigen hartklep behouden.

Baanbrekend techniek voor aortaklep vervanging
Jaarlijks worden er in het UZA zo'n 160 aortaklepvervangingen uitgevoerd bij patiënten met een vernauwing van de aortaklep . De zieke hartklep wordt daarbij vervangen door een kunstklep. Een derde van de patiënten, vooral bejaarden, kunnen echter niet met deze techniek geopereerd worden wegens andere medische problemen, bijvoorbeeld longaandoeningen of diabetes. Een aantal van die mensen kunnen nu worden geholpen met een peructane hartklepvervanging, waarvoor de borstkas niet moet worden geopend, maar de nieuwe hartklep kan worden binnengeschoven langs een sneetje in de lies. Er zijn maar weinig centra in Europa die deze nieuwe ingreep uitvoeren. De diensten cardiologie en cardiochirurgie van het UZA waren een van de eersten. Zij werken nog volop aan de verdere ontwikkeling van de techniek. Dit succesverhaal is alleen maar mogelijk dankzij een goed opgezette samenwerking met de diensten cardiologie in de ganse Antwerpse regio.

110 harttransplantaties
Elk jaar worden er in het UZA gemiddeld 10 harttransplantaties uitgevoerd. "Vanwege het beperkte aantal donorharten blijft een harttransplantatie voorbehouden aan patiënten met ernstig chronisch hartfalen die zonder ruilhart nog maar een tot twee jaar te leven hebben of van wie de levenskwaliteit heel laag is." zegt prof. dr. Inez Rodrigus. "Chronisch hartfalen is meestal het gevolg van vernauwingen van de kransslagaders. De patiënten in kwestie hebben vaak al meerdere hartinfarcten achter de rug en vertonen ernstige littekenvorming in de hartspier. Daarnaast transplanteren we nogal wat patiënten van wie de hartspier om onbekende reden verzwakt is."

Kunsthart om wachttijd te overbruggen
De dienst cardiochirurgie verricht baanbrekend werk met de excor, een kunsthart dat de pompfunctie van het hart overneemt. Deze werd voor het eerst in 2005 bij een patiënt ingeplant: een patiënt kan er maanden of zelfs jaren op overleven. De wachttijd voor een donorhart bedraagt meestal zes maanden tot een jaar. Een kunsthart is soms broodnodig om die periode te overbruggen. Sommige patiënten zijn ook te ziek voor een transplantatie en kunnen dankzij de excor voldoende recupereren om de operatie aan te kunnen. Rodrigus: "We hebben in totaal al 33 excors geïmplanteerd. Daarvan zijn er 22 mensen succesvol getransplanteerd."

Levenskwaliteit en overleving
De meeste patiënten voelen zich een kleine twee weken na een harttransplantatie al beter dan voordien. Ook de vooruitzichten op lange termijn zijn vrij goed. 'Na vijf jaar is gemiddeld 70 tot 80% van onze patiënten in leven. Dankzij een intensieve revalidatie herwinnen ze 80 tot 90% van hun vroegere fysieke conditie. Meer dan de helft kan weer aan het werk', weet Rodrigus.
11 dec 2009 09u27
Bron: UZA
zie ook rubriek