Preventief middel tegen hiv-besmetting is mogelijk

Het moet op “relatief korte termijn” mogelijk zijn om een veilig en werkzaam preventiemiddel te hebben, een zogenaamd microbicide, dat besmetting door het aidsvirus verhindert – of op zijn minst aanzienlijk vermindert. Zo’n zalf of gel is een interessante aanvulling op de bestaande vormen van preventie zoals veilig vrijen en condoomgebruik. Dat concludeert onderzoekster Katty Terrazas na onderzoek aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Ze deed haar onderzoek in een weefselkweek, nog niet op mensen, maar het geeft haar wel voldoende vertrouwen voor haar uitspraak. En het leverde haar op 10 december een doctoraat aan de Universiteit Antwerpen op.
Het hiv-virus, de veroorzaker van aids, is intussen een kwarteeuw bekend, en nog steeds is er geen vaccin om het te voorkomen noch een manier om een besmetting ongedaan te maken. De jongste vijftien jaar zijn er wel middelen gekomen die maken dat besmetting geen snel doodvonnis meer is, maar het leven met die besmetting blijft op allerlei manieren een zware opgave. Om besmetting te verhinderen is er voorlopig maar één manier: zorg dat je niet met het virus in contact komt. En dat lukt enkel met seksuele onthouding of een condoom. Twee manieren die moeilijk jarenlang foutloos vol te houden zijn. Zo zitten mensen nu eenmaal niet in elkaar, getuige de 2,7 miljoen nieuwe besmettingen per jaar.

Bovendien zijn het twee middelen waar vrouwen weinig greep op hebben. als een man niet wil, hebben ze weinig verweer. Een geneesmiddel dat het virus in sperma verhindert om via vagina of anus nog bij een nieuw slachtoffer binnen te raken, en dat een vrouw zelf op ieder ogenblik kan aanbrengen, zou dus zeer welkom zijn.

Het virus besmet hoofdzakelijk CD4-cellen, zeg maar de stafofficieren van ons immuunsysteem, en dendritische cellen, de inlichtingendienst. Terrazas onderzocht verschillende stoffen, die elk een andere stap in de verovering van die cellen blokkeren. Bijvoorbeeld de ‘reverse transcriptie’, waarbij de erfelijke informatie van het virus wordt overgeschreven in een alfabet dat cellen verstaan (van RNA naar dna, het zo goed als universeel gebruikte alfabet bij levende wezens). Of een andere stap, de integratie, waarbij het virus-dna zich binnenwringt in het DNA van de cel.

Tegen beide stappen bestaan potentiële middelen. Terrazas kon – in de reageerbuis – van twee middelen aantonen dat ze niet giftig zijn voor cellen, dat ze elkaars werking versterken, dat ze het virus uitschakelen en dat ze dat ook nog kunnen als de middelen pas na de blootstelling toegediend worden. Zoals te verwachten was, kan het virus tegen beide middelen resistent worden, maar die kans verlaagt door beide middelen in combinatie toe te dienen.

Katty Terrazas verdedigde op 10 december aan de Universiteit Antwerpen haar thesis "Development of Microbicides for the Prevention of hiv Transmission in an in vitro system of dendritic cells and CD4 T cells with emphasis on synergistic activity and avoidance of viral resistance". Promotor van haar onderzoek was professor Guido Vanham, hoofd van de Eenheid Virologie aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde, waar Terrazas haar onderzoek uitvoerde. Dit werk werd gerealiseerd in het kader van projecten in samenwerking met de Europese Commissie (EMPRO), het Agence Nationale de Recherche sur le SIDA en het International Partnership on Microbicides.