Meer kans op dementie bij Down syndroom

Rotterdams onderzoek onder een grote groep vrouwen met het syndroom van Down wijst uit dat er een verband bestaat tussen de leeftijd waarop vrouwen in de overgang komen en de leeftijd waarop ze dement worden en sterven. Een publicatie daarover verschijnt vandaag in het Journal of Alzheimer Disease. Dat komt omdat het chromosoom 21 in drievoud aanwezig is en juist op dat chromosoom ligt het gen dat betrokken is bij de aanmaak van de voor Alzheimer kenmerkende plaques, een stapeling van eiwitten in de hersenen.
Onderzoeksleider Tonnie Coppus, epidemioloog en arts voor verstandelijk gehandicapten, ontdekte dat bij vrouwen met Down-syndroom die vroeger dan gemiddeld in de overgang komen ook veel eerder dementie wordt vastgesteld. Dat zou te maken kunnen hebben met de hoeveelheid oestrogenen in het bloed. Een daling van de hoeveelheid vrouwelijke geslachtshormonen heeft effect op de stapeling van eiwitten in de hersenen. Naast algemene conclusies biedt het Rotterdamse onderzoek ook antwoord op de vraag waarom in de groep ouderen met down syndroom mannen zijn oververtegenwoordigd terwijl dat in de algehele bevolking andersom is